Gemeente Kraainem
Zitting van 22 oktober 2024
Van 19:00 uur tot 22:00 uur
Aanwezig:
Burgemeester: Bertrand Waucquez
Schepenen: Marie-France Constant, Anne-Charlotte Sala, Véronique Caprasse, Johan Forton
Raadsleden: Guillaume von Wintersdorff, Bruno Vandersteen, Olivier Joris, Carel Edwards, Alain Van Herck, André Ivanszky, Vinciane Cardinael, Nathalie Woitrin, Anja Vermeulen, Christiaan Marichal, Carine Pin
Voorzitter: Luc Timmermans
Raadslid: Ludovica Massimo
Adjunct algemeen directeur: Jean-Christophe Clérin
Verontschuldigd:
Algemeen directeur: Sophie Mary
Schepen: Elisabeth d'Ursel
Raadsleden: Françoise Devleeschouwer, Pierre Simon, Isabelle Fouarge, Bruno Schroeven
OPENBARE ZITTING
7. OMV/2024/111 - Advies college - Herinrichting van de Ring R0-Noord – Projectzone Zaventem
OPENBARE ZITTING
7. OMV/2024/111 - ADVIES COLLEGE - HERINRICHTING VAN DE RING R0-NOORD – PROJECTZONE ZAVENTEM
Feiten en context
● Op de vergadering van het college van burgemeester en schepenen werd er geen consensus bereikt over het agendapunt "OMV/2024/111 - Advies college - Herinrichting van de Ring R0-Noord – Projectzone Zaventem”. Indien geen advies wordt gegeven voor 20 oktober 2024, wordt het advies gunstig geacht, maar er zou nog rekening gehouden kunnen worden met een laattijdig advies.
● Daarom wordt aan de gemeenteraad het agendapunt voorgelegd om in spoedeisend geval te behandelen.
● Projectnummer: OMV_2024026169.
● Intern nummer: OMV/2024/111.
● De aanvraag ingediend door De Werkvennootschap, gevestigd te Sint-Lazaruslaan 4-10 te 1210 Brussel, werd per beveiligde zending verzonden op 24 april 2024.
● De aanvraag werd door de Vlaamse Overheid (Departement Omgeving) ontvankelijk en volledig verklaard op 21 augustus 2024.
● De gemeente Kraainem werd gevraagd om advies te geven:
○ Advies college van burgemeester en schepenen tegen 11 oktober 2024.
○ Beslissing gemeenteraad m.b.t. wegenisdossier tegen 20 oktober 2024 (termijn van orde).
● Voorliggend advies betreft het advies van het college van burgemeester en schepenen. De beslissing van de gemeenteraad aangaande het wegenisdossier werd nog niet genomen. Het dossier wordt onder voorbehoud geagendeerd op de gemeenteraad van 26 november 2024.
● De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 4 december 2024.
● Beschrijving van de plaats:
De R0-Noord omvat het noordelijk deel van de R0 en situeert zich van de verkeerswisselaar R0/E40 Groot-Bijgaarden tot en met de verkeerswisselaar R0/E40 Sint-Stevens-Woluwe. De zone Zaventem situeert zich in het oostelijk deel van de R0-Noord.
In de zone Zaventem sluit de E19 aan in de verkeerswisselaar R0/E19 Machelen en de E40 in de verkeerswisselaar R0/E40 Sint-Stevens-Woluwe. Daarnaast omvat de zone het nieuwe aansluitingscomplex op de R22 t.h.v. de verkeerswisselaar R0/E19 Machelen, het aansluitingscomplex 4 (A201) op de R0, het aansluitingscomplex 3 (H. Henneaulaan) op de R0 en het aansluitingscomplex 20 (Kraainem) op de E40.
De vergunningsaanvraag heeft betrekking op delen van het grondgebied van de gemeenten Machelen, Zaventem en Kraainem.
Het project werd opgedeeld in 11 deelplannen. Deelplannen 7, 8, 10 en 11 hebben (deels) betrekking op het grondgebied van de gemeente Kraainem:
○ Deelplan 7: Sint-Stevens-Woluwe
Dit deelgebied beslaat het op- en afrittencomplex 20 Kraainem. De doorgaande E40/A3 bestaat hier in beide rijrichtingen uit drie rijstroken + pechstrook. De autosnelweg kruist de Kleinenbergstraat d.m.v. een brug en loopt boven de R22 Woluwedal en de Statieplaats over een 340 m lang viaduct.
○ Deelplan 8: Knoop E40
Dit deelgebied behelst het turbineknooppunt Sint-Stevens-Woluwe, dat zorgt voor de verkeersuitwisseling tussen de E40/A3 en de R0. De doorgaande E40/A3 bestaat uit twee rijstroken + pechstrook in beide richtingen en kruist d.m.v. twee 480 meter lange viaducten de R0, die lager gelegen is dan het omliggende landschap. De doorgaande R0 heeft drie rijstroken + pechstrook in beide richtingen.
○ Deelplan 10/ Arthur Dezangrélaan
Komende van het knooppunt Sint-Stevens-Woluwe bestaat de R0bi hier uit vijf rijstroken + pechstrook. Richting het zuiden verdwijnen de twee rijstroken die dienstdoen als invoegstroken tussen de verbindingswegen E40/A3 > R0bi en de R0bi. De R0bu bestaat uit drie rijstroken + pechstrook. Aan weerszijden van de R0 werden geluidsschermen geplaatst.
○ Deelplan 11: Wezembeek
Zowel de R0bi als de R0bu bestaan in dit deelgebied uit drie rijstroken + pechstrook. Richting het zuiden, bij benadering van het op- en afrittencomplex 2 Wezembeek-Oppem, komt daar in elke rijrichting een rijstrook bij, om de verkeersuitwisseling tussen de R0 en de N226 Wezembeeklaan mogelijk te maken. De R0 is aan weerszijden voorzien van geluidsschermen. Het op- en afrittencomplex 2 Wezembeek-Oppem vormt de zuidelijke grens van het projectgebied. De onverharde delen te midden van het complex zijn sterk bebost.
● Beschrijving van de aanvraag (samengevat):
Het voorliggende project kadert binnen het programma ‘Werken aan de Ring’ dat de verkeersveiligheid, de globale multimodale bereikbaarheid en de leefbaarheid in de regio rond Brussel en de Vlaamse Rand wil optimaliseren. Kort samengevat beoogt voorliggende aanvraag de herinrichting van de R0-Noord in de zone Zaventem. Het project voorziet de herinrichting van zowel de R0 als de aansluitingen op het onderliggend wegennet in deze zone, alsook een aantal wegen op het onderliggend wegennet, fietsinfrastructuur langs de R0 (zoals bv. een fietssnelweg) en wandelpaden.
● Beschrijving van de aangevraagde en vergunningsplichtige werken:
Volgende vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
○ Sloop van gebouwen (residentieel & niet-residentieel)
■ Slopen of verwijderen van vrijstaande gebouwen en constructies
■ Opbreken/slopen van bestaande gebouwen of constructies die opgenomen zijn in de inventaris van het bouwkundig erfgoed
■ Sloop van niet-vrijstaande gebouwen (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Sloop-woningen-Molenstraat)
○ Sloop en afbraak van verhardingen en kunstwerken
○ Ontbossing
○ Vellen van hoogstammige bomen die geen deel uitmaken van een bos
○ Reliëfwijzigingen (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Relief)
■ Inpassing verkeerswisselaars
■ Aanleg van bufferbekkens
■ Aanleg van langsgrachten
■ Keerconstructies
○ Bouw van constructies (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Constructie)
○ Aanleg/Wijzigen van wegenis (verhardingen, infrastructuur en technische werken)
■ Autosnelweginfrastructuur (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Wijz-R0)
■ Onderliggend wegennet (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Wijz-OLWN)
■ Infrastructuur voor langzaam verkeer (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Wijz-traag)
○ Werken aan waterloop
■ Woluwe (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Wijz-Woluwe)
■ Ontlastingsbeek (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Wijz-Ontlastingsbeek)
■ Kleine Maelbeek (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Wijz-Kleine-Maelbeek)
○ Tijdelijke werkzaamheden
■ Tijdelijke wegenis (verhardingen, infrastructuur en technische werken)
● Autosnelweginfrastructuur (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Wijz-R0)
● Onderliggend wegennet (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Wijz-OLWN)
■ Tijdelijke omlegging van waterloop de Woluwe (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Wijz-Woluwe)
■ Tijdelijke werkzones (Voorwerp-ID: R0-ZAV-Werkzone)
Voor de deelplannen op het grondgebied van Kraainem wordt een onderscheid gemaakt in volgende werken:
○ Deelplan 7: Sint-Stevens-Woluwe
■ Reliëfwijzigingen
■ Bouwen van constructies
■ Wijzigen van de bestaande en aanleg van nieuwe wegenis
■ Wijzigen van waterlopen
■ Tijdelijke werkzaamheden
○ Deelplan 8: Knoop E40
■ Reliëfwijzigingen
■ Bouwen van constructies
■ Wijzigen van de bestaande en aanleg van nieuwe wegenis
■ Wijzigen van waterlopen – wijzigen Kleine Maelbeek
■ Tijdelijke werkzaamheden
○ Deelplan 10/ Arthur Dezangrélaan
■ Reliëfwijzigingen
■ Bouwen van constructies
■ Wijzigen van de bestaande en aanleg van nieuwe wegenis
■ Wijzigen van waterlopen – wijzigen Kleine Maelbeek
■ Tijdelijke werkzaamheden
○ Deelplan 11: Wezembeek
■ Tijdelijke werkzone
● In het kader van voorliggende vergunningsaanvraag worden geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA) aangevraagd m.b.t. de aanleg of exploitatie van de vernieuwde R0.
● In het kader van voorliggende vergunningsaanvraag zullen vergunningsplichtige vegetatiewijzigingen noodzakelijk zijn. Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 4.3.3. en het addendum V1 ‘Vegetatiewijzigingen’ in het specifiek deel van de omgevingsvergunningsaanvraag.
● Wegenisdossier: binnen het projectgebied zijn verschillende gemeentewegen aanwezig waarvan de rooilijn gewijzigd zal worden binnen voorliggende vergunningsaanvraag. In de aanvraag wordt dan ook toepassing gemaakt van artikel 12 §2 van het gemeentewegendecreet (‘Zaak der wegen’).
Een groot deel van de wegen waarop deze vergunningsaanvraag betrekking heeft zijn gewestwegen. Hiervoor is het gemeentewegendecreet uiteraard niet van toepassing, maar wel het decreet van 8 mei 2009 houdende de vaststelling en realisatie van de gewestelijke rooilijnen. Bovendien zal het project waarop deze vergunningsaanvraag betrekking heeft, gegund worden binnen een DBFM-procedure. Dit betekent dat ook een deel van de gemeentewegen niet of niet langer onder het ‘rechtstreekse en onmiddellijke beheer’ van de gemeente zal vallen. Dit heeft als gevolg dat ook voor deze wegen het gemeentewegendecreet niet van toepassing is.
Binnen het projectgebied zullen verschillende rooilijnen van gemeentewegen op het grondgebied van Machelen, Zaventem en Kraainem worden aangepast of afgeschaft.
Voor de gemeente Kraainem heeft de integratie van het gemeentewegendecreet in deze vergunningsaanvraag betrekking op volgende wegen: Denayerstraat, Molenstraat, Statieplaats, Arthur Dezangrélaan.
Het wegenisdossier is geen onderwerp van voorliggend advies. Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad hierover een beslissing te nemen.
● Toekennen huisnummer:
○ Niet van toepassing
Juridische gronden
● De nieuwe gemeentewet, inzonderheid het artikel 107.
● Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid het artikel 23.
● Geldende regelgeving:
○ Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).
○ Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 16 juli 2010.
○ Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
○ Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014.
○ Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM).
○ Het besluit van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en zijn latere wijzigingen.
○ De indelingslijst – bijlage 1 – bij het VLAREM II.
● Stedenbouwkundige basisgegevens volgens de plannen van aanleg:
○ Het overgrote deel van het projectgebied is gelegen binnen het GRUP ‘Ruimtelijke herinrichting van de Ring rond Brussel (R0) – deel Noord’. Volgende artikels zijn van toepassing:
■ Artikel 1: gebied voor wegeninfrastructuur;
■ Artikel 4: natuurgebied;
■ Artikel 6: parkgebied;
■ Artikel 7: gemengd openruimtegebied;
■ Artikel 8: bosgebied.
■ Bestemmingen in overdruk:
● Artikel 2: gebied voor ongelijkvloerse weginfrastructuur (overdruk);
● Artikel 10: werfzone.
○ GRUP ‘Afbakening van het Vlaams Strategisch gebied rond Brussel en aansluitende open ruimtegebieden’. Volgende artikels zijn van toepassing:
■ Artikel C0.0: afbakeningslijn Vlaams strategisch gebied rond Brussel;
■ Artikel C0.1.2: onbevaarbare waterlopen van 2de en 3de categorie en voor niet gecategoriseerde onbevaarbare waterlopen (overdruk);
■ Artikel C0.3: op te heffen reservatiestrook (overdruk);
■ Artikel C6.1: agrarisch gebied;
■ Artikel C6.1.7: natuurverwevingsgebied (overdruk);
■ Artikel C6.2: bouwvrij Agrarisch gebied;
■ Artikel C7.2: specifiek regionaal bedrijventerrein voor kantoren;
■ Artikel C7.3: gemengd regionaal bedrijventerrein;
■ Artikel C7.3.6: buffer (overdruk);
○ GRUP ‘Afbakening van het Vlaams Strategisch gebied rond Brussel en aansluitende open ruimtegebieden - cluster Zaventem’. Volgende artikels zijn van toepassing:
■ Artikel C5.1. Specifiek regionaal bedrijventerrein voor luchthaven gebonden bedrijven;
■ Artikel C6.4.:Parkgebied.
○ Gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse is goedgekeurd bij Koninklijk Besluit op 7 maart 1977 en is gewijzigd bij Ministerieel Besluit op 17 juli 2000. Het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse werd op de meeste locaties binnen het projectgebied vervangen door gewestelijke of gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Op enkele locaties is het gewestplan nog wel van toepassing. Het projectgebied is gelegen in onderstaande bestemmingen:
■ Bestaande autosnelwegen;
■ Groengebieden;
■ Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;
■ Woongebieden;
■ Woongebieden met een landelijk karakter;
■ Woonuitbreidingsgebied;
■ Bufferzones;
■ Industriegebieden;
■ Parkgebieden;
■ Agrarische gebieden;
■ Gebied voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s;
■ Bestaande hoofdverkeerswegen.
○ GRUP ‘Afbakening van het Vlaams Strategisch gebied rond Brussel en aansluitende open ruimtegebieden’. Volgende artikels zijn van toepassing:
■ Artikel C0.0: Afbakeningslijn Vlaams strategisch gebied rond Brussel;
■ Artikel C0.1.1: Waterwegen en onbevaarbare waterlopen van 1ste categorie (overdruk);
■ Artikel C0.1.2: Onbevaarbare waterlopen van 2de en 3de categorie en voor niet gecategoriseerde onbevaarbare waterlopen (overdruk);
■ Artikel C6.1: Agrarisch gebied;
■ Artikel 6.1.7: Natuurverwevingsgebied (overdruk);
■ Artikel C7.2: Specifiek regionaal bedrijventerrein voor kantoren;
■ Artikel C7.4: Gebied voor gemengde activiteiten VI.
○ GRUP ‘Afbakening van het Vlaams Strategisch gebied rond Brussel en aansluitende open ruimtegebieden - cluster Zaventem’. Volgende artikels zijn van toepassing:
■ Artikel C5.1: Specifiek regionaal bedrijventerrein voor luchthavengebonden bedrijven;
■ Artikel C6.4: Parkgebied;
■ Artikel C6.7: Gebied voor gemengde activiteiten V.
○ GRUP ‘Noordelijke ontsluiting van de internationale luchthaven van Zaventem’. Volgende artikels zijn van toepassing:
■ Artikel 2: Gebied voor ongelijkvloerse spoorweginfrastructuur (overdruk).
○ De aanvraag valt niet binnen de contouren van een afgebakende zone binnen het gemeentelijk RUP Bouwlagen van de gemeente Kraainem. Daar waar er mogelijks toch een overlapping is, gaat het om een overlapping met artikel 7 van het RUP.
● Ligging volgens verkaveling
○ Niet van toepassing of relevant voor dit dossier.
● Voorschriften die volgen uit stedenbouwkundige verordeningen
○ Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake wegen voor voetgangersverkeer (29/04/1997)
○ Gewestelijke hemelwaterverordening (10/02/2023)
○ Provinciale hemelwaterverordening (26/09/2023)
○ Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven (08/07/2005)
○ Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (10/06/2011)
○ Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake Breedband (09/06/2017)
○ Provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot het overwelven van grachten en onbevaarbare waterlopen (19/12/2012)
○ De gemeentelijke bouwverordening inzake afsluitingen tussen eigendommen en inplanting van tennisterreinen en van de bomen goedgekeurd bij M.B. van 6 oktober 1995.
● Historiek
○ Er zijn geen (voor dit dossier) relevante voorgaande vergunningen gekend.
Adviezen
● Openbaar onderzoek
○ Op vraag van de Vlaamse Overheid, Departement Omgeving, werd er een openbaar onderzoek gehouden door aanplakking op verschillende aanplakplaatsen, van 31 augustus 2024 tot 29 september 2024.
○ Alle bezwaarschriften die op de gemeente worden ontvangen worden integraal overgemaakt aan het Departement Omgeving, de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg.
○ Het is aan de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg om deze bezwaarschriften ten gronde te behandelen.
● In het kader van voorliggend dossier werden door de Vlaamse Overheid verschillende adviesinstanties aangeschreven. Het is aan de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg om de ontvangen adviezen ten gronde te behandelen.
● Watertoets (decreet integraal waterbeleid)
○ De gemeente Kraainem stelt dat de watertoets en de mogelijke impact op het watersysteem onderwerp zijn van het MER-rapport en de beoordeling van de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg.
○ De watertoets dient dan ook in zijn geheel voor het volledige project ingeschat en beoordeeld te worden. Dit betreft een uitgebreide technische beoordeling die toekomt aan experten, waaronder de wateradviesinstanties.
○ Volgende maatregelen worden vermeld in het dossier:
■ De afwatering binnen het projectgebied wordt gerealiseerd m.b.v. verschillende soorten structuren. In eerste instantie zullen vloeistoffen (hemelwater + incidentele verontreinigde vloeistoffen) over het wegdek of verharding getransporteerd worden naar de zijkant van de rijwegen. De rijwegen worden ontworpen met een dwars- en langshelling t.b.v. de afvoer van het hemelwater.
■ Weggoten en kolken worden voorzien op plaatsen waar geen infiltratiebermen of grachten kunnen worden ingeplant wegens te weinig ruimte (zoals op kunstwerken). De goten volgen de langsrichting van de rijweg en worden aan de laagste zijde van de verkanting voorzien. De weggoten worden voorzien met kolken of inlaatputten op regelmatige afstand om de vloeistoffen af te voeren van de rijweg naar de riolering. De aan te leggen riolering transporteert vervolgens de vloeistoffen naar de grachten of bekkens. Soms worden infiltratieleidingen (in poreus beton) of infiltratiekokers voorzien. De infiltratiekokers worden standaard voorzien van openingen in de wanden om infiltratie toe te laten.
■ Er worden maximaal buffer- en infiltratiegrachten en infiltratiebermen geïmplementeerd in het afvoerstelsel om het hemelwater de tijd te geven om te infiltreren in de bodem.
■ Grachten worden uitgevoerd met stuwconstructies ter bevordering van de infiltratie. Bij de steilere taluds wordt onderaan het talud een zink- of infiltratiegracht voorzien, tenzij er een voldoende brede infiltratieberm aanwezig is.
■ Naast grachten en bermen worden op verschillende plaatsen buffer- en infiltratiebekkens voorzien om het hemelwater de kans te geven om te infiltreren en pas bij zware buien vertraagd afgevoerd te worden. Hierdoor kunnen ook de leidingdiameters van de riolering beperkt worden. De bekkens worden telkens voorzien van een uitstroomconstructie waarbij er een beperking van het doorvoer- en/of overstortdebiet wordt gerealiseerd.
■ Bij lagergelegen rijwegen zoals onderdoorgangen of U-bakken worden waterkelders voorzien. In de waterkelder worden pompinstallaties voorzien om het water van het lagergelegen weggedeelte op te pompen via persleidingen naar het hoger gelegen afwateringsstelsel.
■ Het hemelwater dat op de tijdelijke wegenis valt, zal maximaal ter plaatse worden geïnfiltreerd in groenbermen. Daar waar geen bermen kunnen worden voorzien, zullen kolkaansluitingen op leidingen worden aangelegd die leiden naar bufferbekkens. In functie van de fasering worden reeds de definitieve bufferbekkens aangelegd, maar indien nodig worden tijdelijke bufferbekkens voorzien om het water maximaal ter plaatse te houden. Het hemelwater dat op de Fietsring terechtkomt, kan over het merendeel van het tracé afwateren naar de berm. Daar waar de langshelling van de fietspaden en het terrein minder dan 2 % bedraagt, worden klassieke infiltratiebermen aangelegd; daar waar de langshelling groter of gelijk is aan 2 %, worden de infiltratiebermen getrapt aangelegd om de infiltratie te maximaliseren. T.h.v. bruggen zal al naargelang de lengte en langshelling van de brug de afwatering voorzien worden via weggoten die afwateren naar de landhoofden. Aan de landhoofden wordt het hemelwater ofwel aangesloten op een wadi, ofwel op een bufferbekken dat zowel voor de buffering van het hemelwater van de wegenis voor gemotoriseerd verkeer als de fietsinfrastructuur zal zorgen. T.h.v. onderdoorgangen wordt telkens gravitair afgewaterd richting een naburig bufferbekken. Er zijn geen waterkelders met pompinstallatie nodig.
○ De genomen maatregelen lijken realistisch en logisch. Echter vraagt de gemeente expliciet om bij de beoordeling van de aanvraag, in het bijzonder de watertoets, rekening te willen houden met de ontvangen adviezen van de waterbeheerders. Eventuele voorwaarden uit deze adviezen dienen gevolgd te worden.
○ Onder voorbehoud oordeelt de gemeente dat de geplande werken op haar grondgebied geen nadelige impact zullen hebben op de waterhuishouding, mits correcte uitvoering van de (milderende) maatregelen en het respecteren van eventuele extra voorwaarden die voortvloeien uit de ontvangen wateradviezen.
Argumentatie
● Planologische toets
○ Uit de aanvraag blijkt dat het voorwerp van de aanvraag deels gelegen is in bestemmingen waarbij de geplande werkzaamheden niet voldoen aan de bestemmingsvoorschriften bepaald in de juridische bestemmingsplannen. Hiervoor wenst de aanvrager zich te beroepen op diverse afwijkingsbepalingen:
■ Op basis van art. 4.4.7. §2 van de VCRO wordt een afwijking aangevraagd voor handelingen van algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact. Deze handelingen zitten vervat in hoofdstuk III van het besluit van 5 mei 2000 van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2, en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
■ Op basis van art. 4.4.5. van de VCRO wordt een afwijking aangevraagd voor handelingen gericht op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden, voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen.
○ De gemeente Kraainem oordeelt dat voor de projectdelen op grondgebied van haar gemeente toepassing kan worden gemaakt van de hierboven vermelde afwijkingsbepalingen.
○ De gemeente Kraainem vraagt wel aan de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg om de planologische toets voor het volledige project ten gronde te beoordelen.
● Wegenis
○ Binnen het projectgebied zijn verschillende gemeentewegen aanwezig waarvan de rooilijn gewijzigd zal worden binnen voorliggende vergunningsaanvraag. In de aanvraag wordt dan ook toepassing gemaakt van Artikel 12 §2 van het gemeentewegendecreet (‘Zaak der wegen’).
○ Binnen het projectgebied zullen verschillende rooilijnen van gemeentewegen op het grondgebied van Machelen, Zaventem en Kraainem worden aangepast of afgeschaft.
○ Voor de gemeente Kraainem heeft de integratie van het gemeentewegendecreet in deze vergunningsaanvraag betrekking op volgende wegen: Denayerstraat, Molenstraat, Statieplaats, Arthur Dezangrélaan.
○ Het wegenisdossier is geen onderwerp van voorliggend advies. Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad hierover een beslissing te nemen.
● Project-MER
○ Verschillende onderdelen van voorliggende aanvraag vallen onder bijlage I van het besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, meer bepaald categorie 9 ‘Aanleg van autosnelwegen en autowegen, met inbegrip van de hoofdwegen’. Er werd een ontwerp project-MER opgesteld, dat wordt toegevoegd aan de aanvraag.
○ De gemeente Kraainem werd om advies gevraagd over het ontwerp project-MER. De gemeente was echter niet in de mogelijkheid om hier tijdig advies in te verlenen, dit omwille van de beperkte tijd enerzijds en het ontbreken van de juiste expertise binnen dit bijzondere domein anderzijds.
○ Echter oordeelt de gemeente Kraainem dat het de dienst MER toekomt om een correcte beoordeling en beslissing te nemen aangaande het project-MER.
● De volgende elementen zijn niet van toepassing op de aanvraag en/of werden niet in concreto beoordeeld door de gemeente Kraainem, daar deze omwille van hun karakter/omvang geacht beoordeeld te worden door de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg:
○ Decreet grond- en pandenbeleid;
○ Scheidingsmuren;
○ Erfgoed (archeologie).
● Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1. §2:
De verenigbaarheid van de aanvraag met een goede ruimtelijke ordening wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van de aandachtspunten en criteria in artikel 4.3.1, §2 VCRO en rekening houdend met de specifieke kenmerken en karakteristieken van de (onmiddellijke) omgeving en van het betrokken terrein.
○ Functionele inpasbaarheid
Het project geeft uiteindelijk een doorvertaling aan de principes en beginselen zoals vooropgesteld in de verschillende planprocessen en onderzoeken van de Ring rond Brussel (R0).
De aanvraag heeft hoofdzakelijk betrekking op de verbetering van de bestaande infrastructuren van de R0, maar spitst zich ook toe op het onderliggende wegennet en de trage wegen. Het project streeft daarbij naar een verbetering/ruimte voor multimodale mobiliteit, leefkwaliteit en ecologie.
De aanvraag is het resultaat van een complexe oefening met een lang doorlooptraject waarbij ook de gemeente Kraainem betrokken is geweest.
Functioneel en landschappelijk functioneel kan worden gesteld dat het zich duidelijk richt op een verbetering van de weginfrastructuur van de R0 (noordelijk deel), inclusief de aansluitingen ervan op het onderliggende wegennet, evenals de aanhorigheden. Dit alles met extra en bijzondere aandacht voor een ruimtelijk kwalitatieve en landschappelijke inpassing binnen de omgeving van het projectgebied.
De aanvraag is dan ook functioneel inpasbaar.
○ Mobiliteitsimpact
Een belangrijk opzet van voorliggend project is het wegwerken van onveilige punten op de huidige Brusselse Ring.
Daarnaast zal het doorgaand verkeer gescheiden worden van verkeer dat zijn herkomst of bestemming heeft in de zone Zaventem, door de realisatie van zowel een doorgaande ringweg als een stedelijke ringweg. Deze configuratie zal zorgen voor een verhoogde verkeersveiligheid en daarbij gepaarde gaande verbetering van de doorstroming en verkleining van de filekans. Hierdoor wordt het (sluip)verkeer dat nu op het onderliggend wegennet door de woonkernen rijdt terug naar de Ring gebracht. Dit heeft belangrijke reducties van (vracht)verkeer door de omliggende woonkernen tot gevolg waardoor hier verder ingezet kan worden op de optimalisaties voor de overige modi: fiets en openbaar vervoer.
Ook is er duidelijk sprake van de realisatie van nieuwe en de verbetering van bestaande wandel- en fietsverbindingen. Dit is uiteraard een positief gegeven.
Algemeen zal het project dan ook resulteren in een verbeterde mobiliteit in de zone ronde de R0. Dit is uiteraard een gunstige evolutie.
De grootste impact valt te verwachten tijdens de werken van voorliggend project. Echter is dit niet ongewoon voor werken van deze omvang. Een minder hinder plan maakt deel uit van de omgevingsvergunningaanvraag. Dit is ook noodzakelijk om het sluipverkeer op het onderliggend wegennet beheersbaar te houden.
Daar de werken voor de uitvoering van voorliggend project tijdelijk van aard zijn, is dit logischerwijs ook het geval voor de mogelijke mobiliteitsimpact van deze werken. De gemeente kan hiermee akkoord gaan, doch vraagt hier om actief op de hoogte gehouden te worden van de planning, maatregelen, … dit om onder meer haar eigen bewoners tijdig te kunnen informeren.
Algemeen wordt geoordeeld dat de mobiliteitsimpact van voorliggend project aanvaardbaar is en resulteert in een verbetering voor de gemeente Kraainem, in het bijzonder de omgeving van de R0.
○ Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De werken hebben hoofdzakelijk betrekking op de bestaande weginfrastructuur en de onmiddellijke omgeving. Daarbij is er vooral sprake van een compactering van de weginfrastructuur. Hiermee zou ongeveer 40 ha ruimte vrij komen die samen met de bestaande groengebieden in de omgeving van de R0 een aaneengesloten parklandschap zullen vormen. Voornamelijk ter hoogte van de verkeersknooppunten komt ruimte vrij. Slechts op enkele locaties wordt beperkt bijkomende ruimte ingenomen.
Het project heeft aldus een positief effect op het ruimtebeslag binnen de projectzone. Dit blijkt onder meer uit figuur 7 in de verantwoordingsnota (p. 84/120).
Op grondgebied van de gemeente Kraainem is de grootste ‘winst’ terug te vinden bij de heraanleg van het aansluitingscomplex. Daar ontstaat de grootste compactering bij de open afritten. Ten noorden van de E40/A3 wordt deze ruimte ingevuld door de nieuwe aanplant van bomen. Aan de zuidzijde wordt een groene buffer voorzien om de afstand tussen de E40/A3 en de bestaande woningen te vergroten. Aan de oostkant van de R22 wordt deze ruimte gebruikt om de Woluwe open te leggen. De ruimte ten zuiden van de E40/A3 tussen de Oudstrijderslaan en verkeersknooppunt Sint-Stevens-Woluwe wordt gebruikt voor de aanleg van twee grote bufferbekkens, voor een nieuwe parktoegang tot het Molenbos en om de Kleine Maelbeek open te leggen.
Er kan dan ook in alle redelijkheid worden geoordeeld dat het project een aanvaardbare impact heeft op deze beoordelingsaspecten en uiteindelijk zal resulteren in een betere ruimtelijke ordening t.o.v. de huidige situatie.
○ Visueel-vormelijke elementen
Ook visueel-vormelijk beoogt het project een verbetering t.o.v. de bestaande situatie. In het voortraject en bij het uittekenen van dit project werd bijzondere aandacht geschonken aan de landschappelijke integratie, het groenblauw netwerk en de leefkwaliteit in het algemeen. Dit is uiteindelijk een doorvertaling van het GRUP ‘Ruimtelijke herinrichting van de Ring rond Brussel (R0) - deel Noord’. Hierbij werd voorzien in een overdruk boven op de zone voor weginfrastructuur maar wel geografisch ruimer afgebakend. Daarbij werd ruimte voorzien voor de realisatie van de verschillende projectdoelstellingen. Via de overdrukzone werden diverse aspecten van gewenste functionele en landschappelijke afstemming en integratie van de R0 in haar omgeving vastgelegd: de dwarse en langse ecoconnectiviteit, verbindingen voor openbaar vervoer en langzaam verkeer, de waterhuishouding, de afscherming op het gebied van lucht en geluid, e.d.
De gemeente oordeelt dan ook dat er op grondgebied van de gemeente Kraainem visueel-vormelijk een verbetering wordt bekomen met de uitvoering van dit project. De groene inbedding van het project is daarbij een must.
○ Cultuurhistorische aspecten
Inzake cultuurhistorische aspecten zal het project op grondgebied Kraainem een impact hebben op het beschermd cultuurhistorisch landschap ‘Park Jourdain’, maar er is vrijwel nergens interferentie met de eigenlijke geplande weginfrastructuur.
De impact wordt als volgt beschreven en ingeschat:
‘De R0 komt wel ca. 8 m dichter bij het park te liggen, maar blijft er visueel van gescheiden door een compacte groenbuffer. Echter, het meest noordoostelijke hoekje van het Park Jourdain zou voor ca. 40 m² (van de in totaal ca. 11,2 ha) ingenomen worden door de nieuwe stedelijke ringweg (SRW) en de verbindingsweg tussen de E40/A3 en de binnenring. Gezien het zeer beperkte ruimtebeslag en het feit dat het om een minder waardevolle randzone van het beschermd landschap gaat, kan het effect op de erfgoedwaarde van Park Jourdain als verwaarloosbaar ingeschat worden.
Beschermd monument ‘Park Jourdain: pastorie’ wordt gedurende de werkzaamheden volledig gevrijwaard. In de noordoostelijke hoek van het beschermd landschap wordt ook een herprofilering voorzien van de Kleine Maelbeek: de huidige koker onder de R0 wordt vervangen door een open waterloop in een brede onderdoorgang onder de Ring, parallel aan de Molenstraat. Hiermee wordt de structuurkwaliteit van de beek verhoogd, en indirect ook de erfgoedwaarde van Park Jourdain. Gezien de overlap van het projectgebied met beschermd cultuurhistorisch landschap ‘Park Jourdain’ en de nabijheid van beschermd monument ‘Park Jourdain: pastorie’ werd Addendum B33 Informatie onroerend erfgoed opgesteld en als een afzonderlijke bijlage toegevoegd aan voorliggende aanvraag.’
De gemeente onderschrijft deze inschatting en aanname en sluit zich aan bij de conclusie dat er geen nadelige impact zal ontstaan t.a.v. Park Jourdain. Er dient wel steeds rekening te worden gehouden met eventuele extra (rand)voorwaarden die opgelegd zouden worden door andere adviesinstanties zoals bv. het Agentschap Onroerend Erfgoed.
○ Bodemreliëf
Logischerwijs zal de uitvoering van voorliggend project een impact hebben op de bodem en het bodemreliëf. Er zal ook een aanzienlijk grondverzet zijn.
Er zijn geen onmiddellijke bezwaren en/of opmerkingen tegen de voorziene grondwerken uit deze aanvraag. Het spreekt voor zich dat de bouwheer ertoe gehouden is de van toepassing zijnde regelgeving uit onder meer het Bodemdecreet en de VLAREBO-regelgeving, na te leven.
○ Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Algemeen zal de realisatie van het project (op termijn) resulteren in een verbetering op al deze aspecten. Dit zal vooral het resultaat zijn door de vele ruimte die vrijkomt om een aaneengesloten landschapspark te realiseren waarin de geluids- en milieubuffering geïntegreerd wordt en ook de relaties tussen de omliggende woonkernen en werkomgevingen zullen verbeteren.
Naast de inperking van de barrièrewerking van de R0 streeft dit project ook naar een meer verbonden landschap met een belangrijke meerwaarde voor de leefkwaliteit in de omgeving. Door systematisch de te vernieuwen bruggen en onderdoorgangen over/onder de R0 op te vatten als ruime, kwalitatieve publieke ruimten, wordt de barrièrewerking van de huidige R0 sterk ingeperkt, zowel functioneel als op vlak van belevingskwaliteit.
De grootste impact valt logischerwijs te verwachten bij de werkzaamheden. Deze zullen zorgen voor hinder, niet uitsluitend voor de gebruikers van de infrastructuur, maar eveneens voor de omwonenden, de bedrijven, de handelaars en de natuur in de omgeving.
Het minimaliseren van de hinder is een zeer belangrijk aspect in het ontwerp en de realisatie van het project. Door hinderbewust te ontwerpen, de werken doordacht te faseren, de hinder consequent op te volgen en gerichte maatregelen te treffen, wordt getracht om de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid tijdens de werken maximaal te garanderen, in het bijzonder op de prioritaire assen voor het fietsverkeer, openbaar vervoer en gemotoriseerd verkeer.
De Minder Hinder aanpak focust eveneens op het stimuleren van duurzame vervoerswijzen en het beheersen van het sluipverkeer in het impactgebied om zo de bereikbaarheid en leefbaarheid in de regio tijdens de werken maximaal te garanderen.
Er wordt dan ook geoordeeld dat de hinderaspecten van voorliggende aanvraag, omwille van hun tijdelijk karakter en gezien de genomen voorzorgsmaatregelen, aanvaardbaar zijn voor de gemeente Kraainem. Finaal zal het project resulteren in een algemene verbetering op al deze aspecten.
● Bijkomend wordt volgend advies geformuleerd door de verschillende diensten van de gemeente Kraainem:
○ Nieuw op- en afrittencomplex ter hoogte van de R22
Wij ondersteunen de plannen voor het nieuwe op- en afrittencomplex bij de R22, dat zal bijdragen aan een verbeterde verkeersdoorstroming op de Ring R0. We benadrukken echter nogmaals het belang van:
■ Veilige en vlotte aansluiting op lokale wegen: we zijn tevreden met de aandacht voor veilige en efficiënte aansluitingen op het lokale wegennet, maar dringen aan op voortdurende monitoring om eventuele knelpunten snel aan te pakken na de realisatie van het complex.
■ Geluidswerende maatregelen: we waarderen dat in het definitieve plan rekening is gehouden met geluidswerende voorzieningen om de impact op omwonenden te beperken en vragen dat deze maatregelen strikt worden nageleefd.
○ Herinrichting van de Statieplaats + aansluiting/kruising Molenstraat
De herinrichting van de Statieplaats is een belangrijk project voor de leefbaarheid van onze gemeente en kruising van de Molenstraat onder de R0 (met aansluiting op het quick win dossier van de F203). Wij ondersteunen de voorgestelde plannen volledig en waarderen de verbeteringen op het vlak van verkeersveiligheid en toegankelijkheid. In het bijzonder steunen wij:
■ Veilige oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers: de plannen voorzien in een duidelijke en veilige verkeerssituatie voor alle weggebruikers, wat essentieel is voor de aantrekkelijkheid van dit centrale punt in onze gemeente.
■ Integratie van groen: we zijn tevreden met de aandacht voor groenvoorzieningen.
○ Doortrekken van het dubbelrichtingsfietspad in de A. Dezangrélaan
Wij zijn zeer positief over het doortrekken van het dubbelrichtingsfietspad in de A. Dezangrélaan, dat in lijn ligt met onze doelstelling om fietsen te stimuleren als een veilig en duurzaam alternatief voor autoverkeer. We ondersteunen de focus op:
■ Veiligheid en comfort voor fietsers: de plannen voldoen aan de normen voor een veilig en breed fietspad, wat een positief effect zal hebben op de verkeersveiligheid in dit gebied.
■ Verbinding met regionale fietspaden: we waarderen dat het fietspad goed aansluit op het regionale netwerk, wat de bereikbaarheid en mobiliteit van fietsers bevordert.
○ Duurzaamheid en ecologische impact
De gemeente Kraainem blijft voorstander van een duurzame en ecologisch verantwoorde ontwikkeling. We zijn tevreden dat in de definitieve plannen rekening wordt gehouden met het behoud en de versterking van groene zones en dat er maatregelen zijn voorzien om de ecologische impact van de werken te minimaliseren.
○ Communicatie en participatie
Tot slot benadrukken wij het belang van voortdurende communicatie met de inwoners van Kraainem tijdens de uitvoeringsfase van de werken. We vragen dat de plannen voor verkeersomleidingen en tijdelijke maatregelen tijdens de werken tijdig worden gecommuniceerd, zodat de hinder voor onze inwoners tot een minimum beperkt blijft.
Conclusie en advies: de gemeente Kraainem steunt het definitieve plan voor de herinrichting van de Ring R0-Noord. De omgevingsvergunningaanvraag kan voorwaardelijk gunstig worden geadviseerd. In navolging van de uiteenzetting en motivering hierboven vraagt de gemeente Kraainem aan de Vlaamse Overheid om volgende voorwaarden op te nemen bij het afleveren van een eventuele omgevingsvergunning:
● De gemeente Kraainem vraagt om voldoende ruim op voorhand (minstens 6 maanden) en voorafgaand aan de werkzaamheden die uitvoering zullen geven aan een eventuele vergunning, de werken én vooropgestelde planning af te stemmen met de gemeente en de politie. Daarnaast is de bouwheer ertoe gehouden om steeds (eveneens voldoende ruim op voorhand) op een duidelijke manier te communiceren naar de inwoners van de gemeente Kraainem aangaande de werken, hun (geschatte) uitvoeringstermijn en de mogelijke impact van de werken op het grondgebied van Kraainem.
● Ook tijdens de werken worden er duidelijke afspraken gemaakt met de betrokken gemeenten inzake veiligheid en mobiliteit, eveneens wordt er ook dan steeds op een duidelijke manier naar de omwonenden toe gecommuniceerd.
● Sectorale wet- en regelgeving, evenals voorwaarden die hieruit voortvloeien en die door de Vlaamse Overheid worden weerhouden (cfr. ontvangen adviezen), moeten te allen tijde stipt worden nageleefd. Het betreft hier onder meer de erfgoed- en archeologieregelgeving, de natuurwetgeving, de VLAREBO, het bodemdecreet,… (niet limitatief).
Conform de adviesvraag van het Departement Omgeving, vraagt het college van burgemeester en schepenen aan de gemeenteraad om een beslissing te nemen aangaande de 'zaak der wegen' die vervat zit in het dossier. Dit behoort niet toe tot de beslissingsbevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen. De verdere administratieve afhandeling zal opnieuw gebeuren door de Dienst Omgeving, zowel wat betreft dit advies als het agenderen van het wegenisdossier op de gemeenteraad.
Schepen d'Ursel wenst zich te onthouden, aangezien het college van burgemeester en schepenen niet op de hoogte is van de reactie op de ingediende bezwaren.
Financiële gevolgen
Geen financiële gevolgen.
Besluit
Stemming acceptatie hoogdringend punt met eenparigheid der stemmen
met 11 nee-stemmen (Anne-Charlotte Sala, Véronique Caprasse, Bruno Vandersteen, Alain Van Herck, André Ivanszky, Vinciane Cardinael, Nathalie Woitrin, Anja Vermeulen, Christiaan Marichal, Carine Pin en Ludovica Massimo), 7 onthoudingen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Johan Forton, Guillaume von Wintersdorff, Olivier Joris, Carel Edwards en Luc Timmermans)Motivatie onthouding Bertrand Waucquez: Is waarschijnlijk een mooi project in de toekomst voor de gemeente maar wij vrezen voor chaotische toestanden en voor problemen met de mensen door de trauma's van de werken van de Woluwelaan en als er nu nog aan Kraainem Noord moet aangekondigd worden dat er met dit project gaat gestart worden, zal dit ook heel moeilijk worden.
Motivatie onthouding Johan Forton: De gegevens zijn helemaal niet te laat maar het is gewoon te laat om een antwoord te geven want de datum is in feite verstreken en dat is het verwijt dat er gegeven wordt aan De Werkvennootschap. Ze sturen dus een advies, vragen een advies juist tijdens de wisselperiode van de verkiezingen.
Motivatie onthouding Olivier Joris: De gegevens zijn te laat ontvangen.
De gemeenteraad beslist het voorstel te verwerpen.
Enig artikel:
De gemeenteraad beslist om voorwaardelijk gunstig advies te verlenen voor de aanvraag voor het herinrichten van de Brusselse Ring R0- noord - projectzone Zaventem met projectnummer OMV_2024026169 (intern nummer OMV/2024/111). De gemeente vraagt aan de Vlaamse Overheid om volgende voorwaarden op te nemen bij het afleveren van een eventuele omgevingsvergunning:
● De gemeente Kraainem vraagt om voldoende ruim op voorhand (minstens 6 maanden) en voorafgaand aan de werkzaamheden die uitvoering zullen geven aan een eventuele vergunning, de werken én vooropgestelde planning af te stemmen met de gemeente en de politie. Daarnaast is de bouwheer ertoe gehouden om steeds (eveneens voldoende ruim op voorhand) op een duidelijke manier te communiceren naar de inwoners van de gemeente Kraainem aangaande de werken, hun (geschatte) uitvoeringstermijn en de mogelijke impact van de werken op het grondgebied van Kraainem.
● Ook tijdens de werken worden er duidelijke afspraken gemaakt met de betrokken gemeenten inzake veiligheid en mobiliteit, eveneens wordt er ook dan steeds op een duidelijke manier naar de omwonenden toe gecommuniceerd.
● Sectorale wet- en regelgeving, evenals voorwaarden die hieruit voortvloeien en die door de Vlaamse Overheid worden weerhouden (cfr. ontvangen adviezen), moeten te allen tijde stipt worden nageleefd. Het betreft hier onder meer de erfgoed- en archeologieregelgeving, de natuurwetgeving, de VLAREBO, het bodemdecreet,… (niet limitatief).