BESLUIT
Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 28maart 2023 goed.
Alain Van Herck Bertrand Waucquez Vinciane Cardinael Anja Vermeulen Olivier Joris Christiaan Marichal Pierre Simon Françoise Devleeschouwer Véronique Caprasse Marie-France Constant Guillaume von Wintersdorff Carel Edwards Carine Pin André Ivanszky Luc Timmermans Joëlle Eggermont Anne-Charlotte Sala Bruno Vandersteen Johan Forton Isabelle Fouarge Sarra Crucifix - Kekli Nathalie Woitrin Alain Van Herck Bertrand Waucquez Vinciane Cardinael Anja Vermeulen Olivier Joris Christiaan Marichal Pierre Simon Françoise Devleeschouwer Véronique Caprasse Marie-France Constant Guillaume von Wintersdorff Carel Edwards Carine Pin André Ivanszky Luc Timmermans Anne-Charlotte Sala Bruno Vandersteen Johan Forton Isabelle Fouarge Sarra Crucifix - Kekli Nathalie Woitrin Carel Edwards Marie-France Constant Guillaume von Wintersdorff Bertrand Waucquez Sarra Crucifix - Kekli Johan Forton Anne-Charlotte Sala Nathalie Woitrin Isabelle Fouarge Luc Timmermans Olivier Joris André Ivanszky Pierre Simon Véronique Caprasse Anja Vermeulen Christiaan Marichal Carine Pin Françoise Devleeschouwer Vinciane Cardinael Bruno Vandersteen Alain Van Herck aantal voorstanders: 19 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT
Enig artikel:
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 31 maart 2023 goed.
BESLUIT
Enig artikel:
De gemeenteraad neemt kennis van de financiële rapportering door de financiële directeur voor het boekjaar 2022.
BESLUIT
Artikel 1:
De gemeenteraad beslist om de volgende aangepaste deontologische code goed te keuren:
Deontologische code mandatarissen gemeente
Gecoördineerde versie
DEEL I - Toepassingsgebied
Art. 1 De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen.
Voor de gemeente worden hieronder begrepen:
● de voorzitter van de gemeenteraad;
● de gemeenteraadsleden;
● de burgemeester;
● de schepenen.
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.
Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
Indien een mandaat namens de gemeente wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.
DEEL II - Algemene bepalingen
Art. 2 Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen belang boven het particuliere belang.
Art. 3 De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale status, nationaliteit, taal, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische of politieke voorkeur of persoonlijke gevoelens.
Hoofdstuk I - Belangenvermenging en de schijn ervan
Art. 4 Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Art. 5 Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: decreet over het lokaal bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: wet op de overheidsopdrachten, artikel 8.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: burgerlijk wetboek, artikel 1596.
Art. 6 Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Art. 7 Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
Art. 8 Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het decreet over het lokaal bestuur genoemde functies niet uitoefenen.
Verboden functies voor lokale mandatarissen: decreet over het lokaal bestuur, artikel 10
Onverenigbaarheden: decreet over het lokaal bestuur, artikel 11
Art. 9 Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het decreet over het lokaal bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
Verboden handelingen: decreet over het lokaal bestuur, artikel 27 §2 en §3
Art. 10 Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.
Art. 11 Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft.
Art. 12 De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.
Hoofdstuk II - Corruptie en de schijn ervan
Art. 13 Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Art. 14 Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
Wetgeving inzake corruptie: strafwetboek, artikel 245
Afdeling I - Corruptie en de schijn ervan
Art. 15 Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
● Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen;
● De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats;
● Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar;
● Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.
Art. 16 Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke bestemming.
Art. 17 De gemeenteraad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
Art. 18 Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
● Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar;
● De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Art. 19 Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.
Afdeling II - Het aannemen van uitnodigingen
Art. 20 Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan worden:
● De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk;
● De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente,…)
Afdeling III - Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
Art. 21 Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke uitnodiging dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad of het fractievoorzittersoverleg. De uitnodiging kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is.
Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.
Hoofdstuk III - Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur
Art. 22 Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1.
Art. 23 Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Art. 24 Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: decreet over het lokaal bestuur, artikel 38.
Hoofdstuk IV - Omgaan met informatie
Art. 25 De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Hij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.
Art. 26 Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Art. 27 Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt. Dit is ook van toepassing na het naleven van een mandaat.
Art. 28 Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
Wetgeving inzake beroepsgeheim: strafwetboek, artikel 458.
Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: decreet over het lokaal bestuur, artikel 29 §4.
Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: decreet over het lokaal bestuur, artikel 28.
Art. 29 Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2.
Art. 30 Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Art. 31 Een lokale mandataris gaat omzichtig te werk bij het verspreiden van ontvangen correspondentie (brieven en e-mails) en neemt de vertrouwelijkheid van de inhoud steeds in acht. Hij maakt correspondentie enkel openbaar indien het de onmiskenbare bedoeling is van de afzender. Bij twijfel vraagt hij zijn expliciete toestemming.
Hoofdstuk V - Informatiebemiddeling
Art. 32 Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Art. 33 Informatie waarop de vragensteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.
Art. 34 De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Zij stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de dienst die instaat voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.
Hoofdstuk VI - Administratieve begeleiding en ondersteuning van burgers
Art. 35 §1. De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
§2. Bij klachten of conflicten moeten de mandatarissen de burger in eerste instantie doorverwijzen naar de bevoegde administratieve dienst.
§3. Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd door de afhandeling van soortgelijke dossiers.
§4. De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gevoerd. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de ondersteunende en begeleidende rol van de lokale mandataris.
§5. Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of financiële tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Afdeling IV - Schijndienstbetoon
Art. 36 §1. Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij lokale mandatarissen bewust maar onterecht de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide zijn gekomen (eventueel zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft gevraagd), en zichzelf op die manier bij het publiek in een gunstig daglicht stellen zijn verboden.
§2. Bij vermoeden van schijndienstbetoon kan de zaak op de gemeenteraad gebracht worden en kan de voorzitter van de gemeenteraad bewijzen vragen aan de mandataris bij wie er een vermoeden van schijndienstbetoon is.
§3. Indien goederen of diensten aan de bevolking worden aangeboden door de gemeente, het OCMW of derden, mag de lokale mandataris nooit de indruk wekken dat zij persoonlijk van hem afkomstig zijn.
Hoofdstuk VII - Tussenkomsten
Art. 37 §1. Lokale mandatarissen onthouden zich van tussenkomsten ten bate van particuliere belangen en individuele dossiers bij de administratie. Ze laten de mededeling aan de belanghebbende over de uitkomst van een behandeling over aan het bestuur van de gemeente.
§2. Tussenkomsten bij selectievoerende instanties die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoemingen, aanstelling en bevordering in de administratie zijn verboden.
De lokale mandatarissen verwijzen de belanghebbende naar de geldende normen en procedures.
Hoofdstuk VIII - Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen
Art. 38 Gemeenteraadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.
Deze houding geldt zowel binnen als buiten de sfeer van de bestuursorganen (bijvoorbeeld, het gebruik, door de mandataris, van Facebook, pers, of andere kanalen , organen en sites, privé of publieke , moet respectvol zijn ten overstaan van de andere mandatarissen).
Elk raadslid, elk lid van het college en elk personeelslid is een medemens en medeburger en verdient respect. Een respectvolle omgang met elkaar zorgt voor een betere beraadslaging en leidt tot zorgvuldigere en dus betere beslissingen. Bovendien heeft de manier waarop het college en de raad met elkaar omgaan een invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.
Ook wordt eerlijkheid en respect verwacht in de omgang met alle anderen (burgers, mandatarissen, personeelsleden en andere contactpersonen). Geweld, leugens, misleidende informatie, pesterijen, laster, eerroof en ongewenst seksueel gedrag, zowel door middel van gesproken of geschreven woorden als door feitelijke handelingen of gedragingen, zijn verboden.
Art. 39 Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college van burgemeester en schepenen en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
Art. 40 Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Art. 41 Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
DEEL III - De deontologische commissie
Hoofdstuk I - Samenstelling
Art. 42 De gemeenteraad richt een deontologische commissie op.
Art. 43 De deontologische commissie bestaat uit volgende leden:
● twee vertegenwoordigers per lijst die opgekomen is voor de gemeenteraadsverkiezingen en minstens twee verkozen mandatarissen heeft, of per fractie als de lijst een fractie vormt op de gemeenteraad;
● één secretaris zonder stemrecht.
Elke fractie of lijst wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Stel dat de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan twee fractieleden als lid van de commissie, dan beslist de raad.
Voor elk lid wordt één vaste plaatsvervanger aangeduid. Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
De algemeen directeur is de secretaris van de deontologische commissie.
Art. 44 Ten hoogste twee derde van de stemgerechtigde leden van de deontologische commissie is van hetzelfde geslacht.
Art. 45 De deontologische commissie kiest in haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.
Art. 46 Alle leden van de deontologische commissie, behalve de secretaris, zijn volwaardige leden. Alle leden beschikken over een stemrecht.
Art. 47 Bij elke volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt de deontologische commissie opnieuw samengesteld.
Art. 48 Leden van de deontologische commissie dienen ten allen tijde:
● onpartijdig te zijn;
● terughoudend te zijn met publiciteit;
● zorgvuldig om te gaan met de vermeende schender.
Art. 49 Indien een lid een rechtstreeks belang heeft bij de te behandelen zaak, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben, dient hij/zij de voorzitter van de deontologische commissie hiervan schriftelijk te informeren voor aanvang van de vergadering.
Het lid laat zich bij de behandeling van deze zaak vervangen door zijn plaatsvervanger.
Art. 50 Indien een lid niet kan deelnemen aan een vergadering van de deontologische commissie, verwittigt hij op voorhand de voorzitter en de overige leden van de deontologische commissie.
De vertegenwoordiger brengt zijn vaste plaatsvervanger op de hoogte van de plaatsvervanging.
Art. 51 Een belanghebbende kan een lid van de deontologische commissie wraken op basis van de gronden vermeld in artikel 49.
Art. 52 Minstens twee leden van de deontologische commissie dienen zich te scharen achter een wrakingsverzoek.
Bij een wraking neemt een plaatsvervanger, die zich niet in dezelfde situatie bevindt, de plaats in van het gewraakte lid.
Art. 53 Leden van de deontologische commissie ontvangen geen presentiegeld.
Hoofdstuk II - Bevoegdheid
Art. 54 De deontologische commissie onderzoekt en formuleert gemotiveerde adviezen over meldingen en klachten over vermeende schendingen van de deontologische code van de gemeenteraad door personen zoals vermeld in het artikel 1, voor zover zij op het moment van de melding of klacht effectief in functie zijn.
Art. 55 De deontologische commissie geeft adviezen en aanbevelingen aan de gemeenteraad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode conform artikel 73 van deze code.
Hoofdstuk III - Werking
Art. 56 De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en het dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.
Art. 57 De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
Art. 58 De beraadslaging van de deontologische commissie is geheim. Enkel het definitieve advies van de deontologische commissie mag openbaar gemaakt worden.
Art. 59 De deontologische commissie kan vergaderen als minstens de helft + 1 van de leden aanwezig zijn. De secretaris wordt voor het berekenen van dit quorum beschouwd als lid.
DEEL IV - De procedure
Art. 60 De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
● het voorkomen van mogelijke schendingen;
● het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code;
● het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code;
● het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code.
Hoofdstuk I - Het signaleren van vermoedens van schendingen
Art. 61 Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding maken bij de algemeen directeur.
Hoofdstuk II - Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Art. 62 De algemeen directeur, of het daartoe aangewezen personeelslid, gaat na of er kennelijk sprake is van een mogelijke schending van de deontologische code.
Art. 63 Indien de algemeen directeur, of het daartoe aangewezen personeelslid, oordeelt dat het vermoeden van een schending blijft bestaan, dan roept de voorzitter van de deontologische commissie de leden samen.
Indien er geen kennelijk vermoeden is van een mogelijke schending van de deontologische code, dan brengt de algemeen directeur de voorzitter van de commissie hiervan per mail op de hoogte. De voorzitter informeert de overige leden van de deontologische commissie. Dit betekent meteen het einde van de procedure.
Art. 64 De commissie stelt formeel vast dat de melding of klacht ontvankelijk is.
Als de commissie oordeelt dat de melding of klacht onontvankelijk is, dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De gemeenteraad neemt in besloten zitting kennis van de onontvankelijkheid van de melding of klacht. Een dergelijk oordeel dient steeds gemotiveerd te zijn.
Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie ten gronde en roept de voorzitter van de deontologische commissie de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
Art. 65 De deontologische commissie onderzoekt de mogelijke schending en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.
De betrokkene kan zich laten bijstaan door een raadspersoon.
Art. 66 De deontologische commissie formuleert zijn advies in principe bij consensus.
Bij gebrek aan consensus worden de verschillende posities door de secretaris samengevat.
Art. 67 De gegronde melding of klacht en het daar bijhorende advies van de deontologische commissie, wordt op initiatief van de voorzitter van de gemeenteraad geagendeerd op de eerstvolgende gemeenteraad.
Hoofdstuk III - Het zich uitspreken over schendingen
Art. 68 Enkel de gemeenteraad kan zich uitspreken in besloten zitting of een mandataris een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie.
De vermeende schender moet de kans krijgen om door de gemeenteraad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.
Art. 69 De uitspraak van de gemeenteraad dient proportioneel te zijn ten aanzien van de aard van de schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden.
Art. 70 Wanneer de gemeenteraad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van de gemeente, dan kan de raad:
● zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid;
● vragen dat het raadslid zich verontschuldigt;
● beslissen een melding te doen bij de bevoegde instanties;
● bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen of de voorzitter van de gemeenteraad een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen;
● …
Het decreet over het lokaal bestuur biedt de mogelijkheid tot het toepassen van formele sancties afhankelijk van de feiten, zoals de vervallenverklaring van het mandaat van raadslid dat niet meer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, schorsing of afzetting van uitvoerende mandatarissen.
DEEL V - Het voorkomen van mogelijke schendingen
Art. 71 Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Art. 72 Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
DEEL VI - Evaluatie van de deontologische code
Art. 73 Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de deontologische commissie deze deontologische code. Ze bekijkt of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt. De commissie brengt hierover verslag uit aan de gemeenteraad.
BESLUIT
Artikel 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging van de algemene vergadering van Zefier van 8 juni 2023 om 14 uur in het Auditorium4 - Communicatiecampus, Sint-Denijslaan 485 te Gent.
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist om zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering van 8 juni 2023:
Artikel 3:
De gemeenteraad bevestigt het mandaat van de heer Edwards als gemeentelijke vertegenwoordiger, zoals vastgelegd bij gemeenteraadsbeslissing van 23 februari 2019.
Artikel 4:
De gemeenteraad beslist de heer Edwards op te dragen zijn stem uit te brengen overeenkomstig artikel 3 van deze beslissing.
BESLUIT
Artikel 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging van de algemene vergadering van Haviland Intercommunale IgSv op woensdag 21 juni 2023 om 18 uur in de kantoren van Haviland, Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik.
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist om zijn goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de algemene vergadering van 21 juni 2023:
Artikel 3:
De gemeenteraad bevestigt het mandaat van mevrouw Carine Pin, als gemeentelijke vertegenwoordiger, zoals vastgelegd bij beslissing van de gemeenteraad van 23 november 2021.
Artikel 4:
De gemeenteraad beslist mevrouw Carine Pin op te dragen haar stem uit te brengen overeenkomstig artikel 2 van deze beslissing.
BESLUIT
Artikel 1:
De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging voor de algemene vergadering van 23 juni 2023 van de opdrachthoudende vereniging Iverlek.
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Iverlek van 23 juni 2023:
Artikel 3:
De gemeenteraad beslist om het mandaat te bevestigen van de heer André Ivanszky als gemeentelijke vertegenwoordiger om de vergadering bij te wonen van de opdrachthoudende vereniging Iverlek, zoals reeds bepaald bij beslissing van de gemeenteraad van 25 mei 2021.
Artikel 4:
De gemeenteraad beslist de heer André Ivanszky op te dragen zijn stem uit te brengen overeenkomstig artikel 2 van deze beslissing.
Artikel 5:
De gemeenteraad vraagt aan de intercommunale Iverlek de bevestiging dat Fluvius een blokkerende minderheid in NetCo behoudt zoals voorgesteld op de buitengewone algemene vergadering van 22 december 2022.
Artikel 6:
De gemeenteraad vraagt aan het bestuur om deze motie naar de intercommunale Iverlek te sturen om het verzoek dat werd gedaan op de buitengewone algemene vergadering van 22 december 2022 kracht bij te zetten.
BESLUIT
Enig artikel:
De gemeenteraad beslist om het volgende reglement goed te keuren:
Gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse schoolactiviteiten
Hoofdstuk I – Toepassingsgebied
Art 1. Dit reglement is van toepassing op de basisscholen gelegen op het grondgebied van de gemeente Kraainem en die erkend zijn door de Vlaamse gemeenschap.
Art 2. Dit reglement verstaat onder:
● Meerdaagse activiteiten: meerdaagse pedagogische activiteiten die plaatsvinden buiten de schoolmuren en die, minstens gedeeltelijk, op schooldagen georganiseerd worden.
● Buitenlandse meerdaagse activiteiten: meerdaagse activiteiten met een buitenlandse verblijfplaats met overnachting.
● Binnenlandse meerdaagse activiteiten: meerdaagse activiteiten met een binnenlandse verblijfplaats met overnachting.
● Minder scherpe maximumfactuur: de kosten voor de organisatie van meerdaagse activiteiten die de school maximaal mag vragen gedurende de lagere schoolloopbaan. Het bedrag van de minder scherpe maximumfactuur staat vermeld in het artikel 27bis §4 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Hoofstuk II – Voorwaarden
Art 3. Een financiële ondersteuning wordt voorzien voor elke leerling in het lager onderwijs voor meerdaagse uitstappen tijdens hun lagere schoolloopbaan.
Art 4. Een meerdaagse uitstap moeten voldoen aan de volgende voorwaarde om in aanmerking te komen:
● Ze garandeert de vrije keuze van deelname;
● Ze sluit geen leerlingen uit;
● Ze heeft een pedagogische waarde en kadert binnen het leerplan;
● Ze vindt volledig plaats buiten de schoolmuren, activiteiten op school worden uitgesloten;
● De som van de ontvangen tussenkomst en het aan de ouders gevraagde bedrag mag de effectieve kostprijs van de uitstap niet overstijgen;
● Andere vormen van financiële ondersteuning (OCMW, ziekenfonds, …) wordt aan de ouders gecommuniceerd;
● De minder scherpe maximumfactuur wordt gerespecteerd en zo goed mogelijk benaderd.
Art 5. De gemeentelijke tussenkomst kan enkel gevraagd worden voor leerlingen en begeleiders die effectief hebben deelgenomen aan de meerdaagse activiteit of voor leerlingen en begeleiders waarvan de afwezigheid gewettigd wordt geacht en waarvoor de deelname niet meer tijdig geannuleerd kon worden.
Art 6. De tussenkomst van de gemeente kan maximaal 1/3 van de werkelijke kostprijs bedragen.
Art 7. Een gemeentelijke tussenkomst is slechts mogelijk voor activiteiten die goedgekeurd werden door het college van burgemeester en schepenen.
Hoofstuk III - Bedrag
Art 8. De gemeentelijke tussenkomst bedraagt, voor het schooljaar 2022-2023, maximaal €20,00 per leerling per nacht, voor zowel binnenlandse als buitenlandse activiteiten, en dit voor een maximum van 12 nachten per lagere schoolloopbaan.
Art 9. Vanaf 1 september 2023 wordt het bedrag van de maximale gemeentelijke tussenkomst jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de onderstaande formule.
Txy is de maximale gemeentelijke tussenkomst die de gemeente kan uitbetalen per nacht voor het komende schooljaar.
Tx(y-1) is de maximale gemeentelijke tussenkomst die de gemeente kan uitbetalen per nacht voor het afgelopen schooljaar.
Mxy is de minder scherpe maximumfactuur voor het komende schooljaar, die de Vlaamse gemeenschap heeft vastgelegd op basis van artikel 27bis §4 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Mx(y-1) is de minder scherpe maximumfactuur voor het afgelopen schooljaar, die de Vlaamse gemeenschap heeft vastgelegd op basis van artikel 27bis §4 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Art 10. De gemeentelijke tussenkomst houdt rekening met alle gemaakte kosten zoals verblijf, activiteiten, aankoop materiaal, vergoeding vrijwilligers, deelname betalende begeleiders, … , uitgezonderd busvervoer.
Art 11. De school beslist zelf over de invulling van de activiteit en het aantal nachten per activiteit.
Hoofstuk IV – Toekenning
Art 12. De aanvraag voor een tussenkomst gebeurt, voorafgaand aan de meerdaagse activiteit, door de schooldirectie via een e-mail naar onderwijs@kraainem.be gericht aan het college van burgemeester en schepenen.
Art 13. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om de financiële tussenkomst voor een meerdaagse activiteit te onderzoeken en goed of af te keuren.
Art 14. Een aanvraag die afgekeurd wordt, zal voorwerp uitmaken van een gemotiveerde beslissing van het college van burgmeester en schepenen.
Art 15. Na de uitstap bezorgt de school de volgende stavingstukken via een e-mail naar onderwijs@kraainem.be:
● de factuur van het verblijf met daarop de vermelding van het aantal leerlingen en de prijs per leerling. Indien van toepassing, het aantal betalende begeleiders en de prijs per betalende begeleider;
● het aantal leerlingen, en het aantal betalende begeleiders, die effectief deelgenomen hebben aan de meerdaagse activiteit of waarvan de afwezigheid gewettigd wordt geacht en de deelname niet meer tijdig geannuleerd kon worden;
● een uittreksel uit de communicatie naar de ouders over de kostprijs van de uitstap en met de vermelding van de betoelaging door de gemeente Kraainem. Hiervoor dient volgende zin vermeld te worden: “met de steun van gemeente Kraainem”.
Hoofdstuk V - Uitbetaling
Art 16. De tussenkomst gebeurt via overschrijving op de rekening van de school die de aanvraag indiende.
Art 17. De tussenkomst wordt na de activiteit en na ontvangst van de stavingstukken uitbetaald.
Hoofdstuk VI - Inwerkingtreding
Art 18. Het reglement inzake tussenkomsten beide gemeentescholen van 26 februari 2002 wordt opgeheven.
Art 19. Dit reglement treedt in werking op 1 september 2023.
BESLUIT
Enig artikel:
De gemeenteraad beslist het volgende retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs:
Retributiereglement voor het gemeentelijk onderwijs
DEEL I - Toepassingsgebied en definities
Art. 1 Dit reglement is van toepassing op de gemeentelijke basisscholen gelegen op het grondgebied van de gemeente Kraainem.
Art. 2 Dit reglement verstaat onder:
● Schoolbestuur: de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor het gemeentelijk onderwijs, namelijk het gemeentebestuur;
● Scherpe maximumfactuur: de kosten voor de activiteiten en materialen die niet noodzakelijk zijn voor de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen;
● Minder scherpe maximumfactuur: de kosten voor de organisatie van meerdaagse extra-muros activiteiten die, minstens gedeeltelijk, binnen de schooluren vallen.
● Meerdaagse activiteiten: meerdaagse pedagogische activiteiten zoals gedefinieerd in het reglement gemeentelijke tussenkomst voor de organisatie van meerdaagse schoolactiviteiten van 25 april 2023.
DEEL II - Retributieplichtige
Art. 3 De retributie is hoofdelijk verschuldigd door de persoon die het kind heeft ingeschreven in een instelling voor gemeentelijk onderwijs van Kraainem en door al wie overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek (rechtstreeks of onrechtstreeks) gehouden is tot betaling van de kosten in het kader van de plicht tot levensonderhoud, opvoeding en opleiding van het kind.
DEEL III - Kostenbeheersing
Hoofdstuk I - Kosteloos
Art. 4 Het schoolbestuur vraagt geen direct of indirect inschrijvingsgeld.
Art. 5 Het schoolbestuur vraagt geen bijdrage voor onderwijs gebonden kosten die noodzakelijk zijn om en eindterm te realiseren of een ontwikkelingsdoel na te streven.
Art. 6 De school legt een lijst van materialen vast die ze gratis ter beschikking stelt.
Hoofdstuk II - Scherpe maximumfactuur
Art. 7 Het schoolbestuur kan een beperkte bijdrage vragen voor kosten die ze maakt om een eindterm of een ontwikkelingsdoel te verlevendigen.
Art. 8 Het bedrag van de scherpe maximumfactuur staat vermeld in het artikel 27bis §2 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Art. 9 De hoogte van deze bijdrage jaarlijks wordt vastgelegd door het schoolbestuur, in samenspraak met de schoolraad.
Hoofdstuk III - Minder schepere maximumfactuur
Art. 10 Voor meerdaagse activiteiten kan enkel in de lagere school een bijdrage gevraagd worden. Leerlingen zijn niet verplicht om deel te nemen aan deze activiteiten.
Art. 11 Het bedrag van de minder scherpe maximumfactuur staat vermeld in het artikel 27bis §4 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Art. 12 De hoogte van deze bijdrage jaarlijks vastgelegd door het schoolbestuur, in samenspraak met de schoolraad.
Hoofdstuk IV - Bijdrageregeling
Art. 13 Bepaalde diensten en materialen kan het schoolbestuur tegen betaling aanbieden. Het gaat om uitgaven waar geen maximumbedrag voor voorzien is.
Art. 14 De bijdrageregeling wordt jaarlijks vastgelegd door het schoolbestuur, in samenspraak met de schoolraad.
Art. 15 De diensten en materialen opgenomen in de bijdrageregeling worden door de school niet gebruikt gedurende de lessen en activiteiten.
Art. 16 De ouders kunnen vrijblijvende de keuze maken om al dan niet gebruik te maken van de aangeboden diensten en/of materialen.
Hoofdstuk V - Basisuitrusting
Art. 17 Het schoolbestuur kan vastleggen welke zaken tot de basisuitrusting van elke leerling behoren.
Art. 18 De kosten voor de basisuitrusting vallen ten laste van de ouders.
Hoofdstuk VI - Vastlegging retributies
Art. 19 Het college van burgemeester en schepen bereidt voor elk schooljaar de lijst van retributies en het bedrag ervan voor.
Art. 20 De vastgelegde retributies moeten een billijke vergoeding zijn voor de kosten van de aangeboden diensten.
Art. 21 De definitieve bijdrageregeling voor het schooljaar wordt door de gemeenteraad jaarlijks in juni geformaliseerd samen met het schoolreglement.
DEEL IV - Betalingswijze
Hoofdstuk I - Inningsprocedure
Art. 22 Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om de inningsprocedure vast te leggen.
Hoofdstuk II - Openstaande vorderingen
Art. 23 De financieel directeur kan in uitzonderlijke omstandigheden, na advies van de directeur van de school en in samenspraak met de retributieplichtige, uitstel van betaling of betaling op basis van een afbetalingsplan toestaan.
Art. 24 De school kan elke retributieplichtige, zoals vermeld in artikel 3, afzonderlijk aanspreken voor het geheel van de schoolrekening.
Art. 25 De school kan niet verplicht worden rekening te houden met overeenkomsten die retributieplichtigen getroffen hebben of door de rechtbank werden bepaald over de kosten en de opvoeding van de kinderen. Die regelingen zijn immers niet tegenstelbaar aan derden zoals de school.
Art. 26 De school hoeft geen gesplitste facturen te maken. Als retributieplichtigen dit wensen krijgen ze beiden een identieke schoolrekening. Beide retributieplichtigen blijven elk het resterende bedrag verschuldigd, tot de rekening volledig betaald is.
Art. 27 Met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen, kan de gemeente zich beroepen op de bepalingen uit artikel 3 van het retributiereglement op de invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten Vaststelling van de retributies voor de periode 01/09/2020 tot en met 31/12/2025 van 20 augustus 2020, onverminderd andere invorderingsmaatregelen die de financieel directeur kan aanwenden.
DEEL V - Inwerkingtreding en bekendmaking
Art. 28 De tarieven worden bekendgemaakt op de website van de scholen en de gemeente en in het schoolreglement.
Art. 29 Dit reglement treedt in werking op 1 september 2023.
BESLUIT
Artikel 1:
De gemeenteraad beslist om de aanduiding van Marie-France Constant als bestuurder van Elk zijn Huis, vanaf 15 juni 2023 via statutenwijziging omgevormd tot de Woonmaatschappij Oost-Brabant-West, te bevestigen.
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist om de aanduiding van Vinciane De Meutter als vertegenwoordiger in de algemene vergaderingen van Elk zijn Huis, vanaf 15 juni 2023 via statutenwijziging omgevormd tot de Woonmaatschappij Oost-Brabant-West, te bevestigen.
Elisabeth d'Ursel Alain Van Herck Bertrand Waucquez Vinciane Cardinael Anja Vermeulen Olivier Joris Christiaan Marichal Pierre Simon Françoise Devleeschouwer Véronique Caprasse Bruno Schroeven Marie-France Constant Guillaume von Wintersdorff Carel Edwards Carine Pin André Ivanszky Luc Timmermans Joëlle Eggermont Anne-Charlotte Sala Bruno Vandersteen Johan Forton Isabelle Fouarge Sarra Crucifix - Kekli Nathalie Woitrin Elisabeth d'Ursel Alain Van Herck Bertrand Waucquez Vinciane Cardinael Anja Vermeulen Olivier Joris Christiaan Marichal Pierre Simon Françoise Devleeschouwer Véronique Caprasse Bruno Schroeven Marie-France Constant Guillaume von Wintersdorff Carel Edwards Carine Pin André Ivanszky Luc Timmermans Anne-Charlotte Sala Bruno Vandersteen Johan Forton Isabelle Fouarge Sarra Crucifix - Kekli Nathalie Woitrin Carine Pin Marie-France Constant Bertrand Waucquez Luc Timmermans Vinciane Cardinael Guillaume von Wintersdorff Anja Vermeulen Johan Forton Nathalie Woitrin Carel Edwards André Ivanszky Olivier Joris Pierre Simon Bruno Schroeven Elisabeth d'Ursel Françoise Devleeschouwer Véronique Caprasse Alain Van Herck Isabelle Fouarge Sarra Crucifix - Kekli Anne-Charlotte Sala Christiaan Marichal Bruno Vandersteen aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 11 Goedgekeurd
BESLUIT
Artikel 1:
De gemeenteraad beslist om volgende locaties vast te leggen en door te sturen naar de leverancier voor het project Street Art. Op basis van de feedback van de leverancier zal de werkgroep de uiteindelijke 10 nutskasten en 2 muren selecteren.
● nutskasten:
Oudstrijderslaan, ter hoogte van de Q8, aan de overkant | Licht geribbeld, voldoet overig wel aan de technische vereisten |
Kruising Emiel Bricoutlaan x Oudstrijderslaan | 2 nutskasten die voldoen aan de technische vereisten |
Antoniuslaan (speeltuintje) | 2 nutskasten waarvan 1 voldoet aan de technische vereisten |
Emiel Bricoutlaan, ter hoogte van de school Klimboom, aan de overkant | 2 nutskasten die voldoen aan de technische vereisten |
Kruising Lijsterbessenbomenlaan x Arthur Dezangrélaan
| 2 nutskasten waarvan 1 voldoet aan de technische vereisten |
Kruising Arthur Dezangrélaan x ST. Pancratiuslaan | Voldoet volledig aan de vereisten |
Alfons Lenaertsstraat (perkje) | 2 nutskasten die voldoen aan de technische vereisten |
Vredeplein | 2 nutskasten die voldoen aan de technische vereisten |
● gebouwen (muren):
Sporthal - Patronaatstraat 10 | Zijgevel aan de parking, bakstenen gedeelte |
Chaudron - Ferdinand Kinnenstraat 72 | Zijgevel |
Optioneel: Elektriciteits'huisje' naast het Vredegerecht | Zijgevel |
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist om volgende thema's vast te leggen voor het project Street Art:
● Thema's voor de nutskasten: 'eigen aan Kraainem / samen zijn in Kraainem / activiteiten in Kraainem', eventueel in combinatie met een bloementhema.
● Thema's voor de sporthal: 'sport en beweging', eventueel in combinatie met de geschiedenis van de locatie.
● Thema's voor de Chaudron / het elektriciteitshuisje: 'locatie / erfgoed / geschiedenis', 'neutraliteit' en dit eventueel in combinatie met een bloementhema.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om vanaf 1 mei 2023 een retributie wordt gevestigd op de volgende ingezamelde fracties van huishoudelijke oorsprong:
a) Huis-aan-huisinzameling
1) verwijdering van restafval en groot restafval (grof vuil)
2) recyclage van plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (P+MD)
3) recyclage van GFT-afval
4) verwijdering van gebonden asbesthoudend bouwafval
5) verkoop van composteerbare zakjes, emmertjes en containers voor papier, glas en gft
b) Brengmethode (recyclagepark)
1) inzameling en verwijdering van niet recycleerbaar groot restafval (brandbaar en niet brandbaar)
2) inzameling en recyclage van bouw- en sloopafval, groenafval, houtafval & kunststofafval
3) inzameling en recyclage van gebonden asbesthoudend bouwafval
c) Ondergrondse inzameling.(enkel voor bewoners met sorteerstraten)
1) verwijdering van restafval
2) recyclage van GFT-afval
3) Verstrekken van een bijkomende badge of een nieuwe badge na verlies
Artikel 2:
Het bedrag van de retributie wordt voor de huis-aan-huisinzameling als volgt vastgesteld.
Fractie retributie
a) Restafval
45 l zak 2 euro
22.5 l zak 1 euro
1100 liter container 32 euro per lediging
b) Groot restafval
Per laadbak (2 m3) 25 euro
c) Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons
70 l zak 0,125 euro
De verplichting tot aanlevering in de blauwe P+MD-zak geldt eveneens bij aanvoer op het recyclagepark.
d) GFT-afval (Gebruiksrecht per jaar via gft sticker)
Container 240 liter 90 euro
Container 140 liter 60 euro
e) gebonden asbesthoudend bouwafval
Bigbag met afmetingen 3.10 x 1.10 x 0.30 meter 30 euro
f) Aankoop van composteerbare zakjes, compostvaten en -bakken, emmertjes en containers voor papier, glas en gft
Emmertje met één rol van 50 zakjes 6 euro
Twee rollen van 50 zakjes 6 euro
Zakasbakje 2.5 euro
Compostvat 15 euro
Compostbak 25 euro
Container voor papierafval (140 of 240 liter) 40 euro
Container voor glasafval (140 of 240 liter) 40 euro
Bakje voor glasafval 6 euro
Containers voor papier en glas bij collectief gebruik in meergezinswoningen Gratis bruikleen
Eerste container voor gft afval per woning (140 of 240 liter) Gratis Bruikleen
Tweede container voor gft afval per woning (140 of 240 liter) 40 euro
Leveringskosten voor containers aan huis 15 euro
Artikel 3:
Het groot restafval, groenafval, houtafval, harde plastics, zuiver steenpuin, gemengd bouwafval en asbesthoudend bouwafval kunnen tegen betaling aangeboden worden op het recyclagepark in samenwerking met en volgens de voorschriften van INTERZA. De wijze van betaling geschiedt op de door INTERZA
voorgeschreven wijze, door middel van afgifte van een betaalbewijs conform de regels van INTERZA of door elektronische betaling via bancontact.
De basis van de tarifering wordt gevormd door het volume van het aangeboden afval volgens de geldende tariefcategorie. Dit volume worden bepaald als het volume van de meetkundige balk gevormd door de uiteindes van het afval in de verschillende dimensies.
Volgende categorieën worden onderscheiden:
Categorie 1: Volume tot 0.25 m3
Categorie 2: Volume tussen 0.25 en 0.5 m3
Categorie 3: Volume tussen 0.5 en 1 m3
Categorie 4: Volume tussen 1 en 1.5 m3
Categorie 5: Volume tussen 1.5 en 2 m3
Categorie 6: Volume tussen 2 en 3 m3
Volgende tarieven worden gehanteerd in euro
| Asbesthoudend bouwafval | Recycleerbaar (groen, harde plastics, hout en zuiver steen) | Gemengd bouwafval en groot restafval |
Cat 1 | 5 | 2.5 | 6.25 |
Cat 2 | 10 | 5 | 12.5 |
Cat 3 | 20 | 10 | 25 |
Cat 4 | 30 | 15 | 32.5 |
Cat 5 | 40 | 20 | 50 |
Cat 6 | 60 | 30 | 75 |
In afwijking van bovenstaande tarieven wordt voor zetels en sanitair porselein (WC, lavabo) een vast tarief gehanteerd van 5 euro, voor meerpersoons zetels en matrassen geldt een vast tarief van 10 euro.
Ieder gezin heeft recht op een jaarlijkse vrijstelling van 25 euro voor de aanvoer van recycleerbaar afval en asbesthoudend bouwafval.
Bij een jaarlijkse aanvoer per gezin voor meer dan 100 euro, worden de tarieven verhoogd met 50 %. Zowel de vrijstelling als de verhoging worden berekend per kalenderjaar.
Voor de aanvraag van een toegangsbadge voor KMO’s en voor personen met eigendom of verblijf in de gemeente zonder domicilie wordt eenmalig 20 euro administratiekost aangerekend.
Artikel 4:
Het bedrag van de retributie voor de ondergrondse inzameling wordt als volgt vastgesteld:
Fractie Tarief
A) Restafval Per dumping van restafval in de 30 liter trommel 1.25 euro
B) Gft Per dumping van gft in de 20 liter trommel 0,25 euro
C) Verstrekken van een bijkomende badge of een nieuwe badge na verlies 5 euro
De vermelde retributie, is verschuldigd door eenieder die bij herhaling voor hetzelfde adres een badge voor gebruik van de ondergrondse containers aanvraagt.
De personen die gebruik maken van de bij hun woning horende ondergrondse containers voor inzameling en hiervoor bij herhaling (tweede, derde, vierde …keer ) een toegangsbadge aanvragen zijn dit bedrag verschuldigd bij de aanvraag van de badge via het klantenportaal. Dit bedrag wordt voor verzending afgetrokken van het tegoed op de klantenrekening geassocieerd met de badge.
Artikel 5:
§ 1. De retributie vermeld in artikel 2, a) en b) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van restafval.
§ 2. De retributie vermeld in artikel 2, c) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons.
§ 3. De retributie vermeld in artikel 2, d) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van GFT-afval.
§ 4. De retributie vermeld in artikel 2, e) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van gebonden asbesthoudend bouwafval.
§ 5. De retributie vermeld in artikel 2, f) is verschuldigd door eenieder die De betrokken afvalrecipiënten bij Interza aankoopt
§ 6. De retributie vermeld in artikel 3 is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake inzameling op het recyclagepark.
§ 7. De retributie vermeld in artikel 4a), is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de ondergrondse containers opgesteld met het oog op inzameling bij diens woning van, restafval.
§ 8. De retributie vermeld in artikel 4b), is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de ondergrondse containers opgesteld met het oog op inzameling bij diens woning van gft.
§ 9. De retributie vermeld in artikel 4c), is verschuldigd door eenieder die bij herhaling voor hetzelfde adres een badge voor gebruik van de ondergrondse containers aanvraagt.
Artikel 6:
§ 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven zakken zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).
Gebruikers van 1100 liter containers zijn de retributie verschuldigd bij aanvang van het kalenderjaar waarop de dienstverlening betrekking heeft
§ 2. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers voor GFT-afval zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop van de door de gemeente voorgeschreven stickers op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).
§ 3. De personen die voor de aanbreng van afvalstoffen gebruik maken van het gemeentelijk recyclagepark zijn de in artikel 3 vermelde retributie verschuldigd.
Artikel 7:
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband Interza wordt gemachtigd om de retributie voor het gebruik van de restafvalzakken en 1100 liter containers voor restafval (art. 2a,3°), voor de huis-aan-huisinzameling van grof vuil, p+md en gebonden asbesthoudend bouwafval (art 2b en 2e), voor de verkoop van afvalrecipïenten (art 2f), voor de aanvoer van afval naar het recyclagepark (art. 3) en voor de ondergrondse inzameling (art 4) te innen.
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband Interza wordt gemachtigd om de retributie voor het gebruik van de gft-stickers te innen. De inkomsten voor de gft sticker worden doorgestort op basis van de gemeente waarvoor de sticker werd aangekocht.
Artikel 8:
Conform de bepalingen van het Vlarema dienen de gevraagde afvaltarieven de weerslag te zijn van de werkelijke kost in toepassing van het principe “de vervuiler betaalt”.
Het college van Burgemeester en Schepenen dient deze aanpassingen door te voeren, op vraag van de raad van bestuur van Interza dat zich hiervoor baseert op de kostprijscalculatie van de intercommunale conform Vlarema, zonder doorrekening van de overheadkosten.
Voor wat betreft de tarieven op de recyclageparken mag de kostprijs van de vaste infrastructuur en de vaste personeelsleden niet in de kostprijs aan de inwoner verrekend worden, wel de totale kosten voor de verwerking en het transport van het afval.
Het principe dat ieder gezin jaarlijks een equivalente hoeveelheid van 2.5 m3 recycleerbare afvalstoffen gratis op het recyclagepark mag aanbrengen dient gevrijwaard te worden.
Artikel 9:
De retributie moet contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Wanneer contante betaling uitzonderlijk niet mogelijk is, wordt de retributie betaald binnen de 14 dagen nadat de betalingsuitnodiging verzonden is.
Wanneer een herinnering vereist is (saldo onder nul en betalingstermijn is verlopen), wordt deze digitaal of per post verstuurd en worden er geen administratiekosten aangerekend. Wanneer een aanmaning vereist is (saldo onder nul en niet-betaling binnen de 14 dagen na de herinnering), wordt deze aangetekend verstuurd en worden 25 euro administratiekosten aangerekend. Het volledig verschuldigde bedrag zal ingevorderd worden via dwangbevel overeenkomstig artikel 177, tweede lid van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, of in voorkomend geval langs gerechtelijke weg.
Artikel 10:
De gemeenteraadsbeslissing van 24 november 2020 houdende het vaststellen van het reglement op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen. wordt opgeheven.
Artikel 11:
Onderhavig reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen. De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Artikel 12:
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan Interza en Ovam.
Elisabeth d'Ursel Alain Van Herck Bertrand Waucquez Vinciane Cardinael Anja Vermeulen Olivier Joris Christiaan Marichal Pierre Simon Françoise Devleeschouwer Véronique Caprasse Bruno Schroeven Marie-France Constant Guillaume von Wintersdorff Carel Edwards Carine Pin André Ivanszky Luc Timmermans Joëlle Eggermont Anne-Charlotte Sala Bruno Vandersteen Johan Forton Isabelle Fouarge Sarra Crucifix - Kekli Nathalie Woitrin Elisabeth d'Ursel Alain Van Herck Bertrand Waucquez Vinciane Cardinael Anja Vermeulen Olivier Joris Christiaan Marichal Pierre Simon Françoise Devleeschouwer Véronique Caprasse Bruno Schroeven Marie-France Constant Guillaume von Wintersdorff Carel Edwards Carine Pin André Ivanszky Luc Timmermans Anne-Charlotte Sala Bruno Vandersteen Johan Forton Isabelle Fouarge Sarra Crucifix - Kekli Nathalie Woitrin Olivier Joris Christiaan Marichal Elisabeth d'Ursel Pierre Simon Anja Vermeulen Alain Van Herck Bertrand Waucquez Johan Forton Isabelle Fouarge Carine Pin Françoise Devleeschouwer Véronique Caprasse André Ivanszky Vinciane Cardinael Marie-France Constant Bruno Schroeven Nathalie Woitrin Carel Edwards Guillaume von Wintersdorff Sarra Crucifix - Kekli Anne-Charlotte Sala Luc Timmermans Bruno Vandersteen aantal voorstanders: 22 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT
Artikel 1:
De gemeenteraad beslist om gunstig advies te verlenen over het niet meer geldig verklaren van volgende onderdelen van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan zoals goedgekeurd door de deputatie op 01 maart 2007:
- P 7 Richtinggevend deel, onder '1.4.1 Concepten m.b.t. Kraainem Noord &
Midden-Stokkel', de zinnen: "Het Pikdorenveld gelegen tussen K. Astridiaan,
Wezembeeklaan, de Burburelaan en de bedding van de tramlijn 39 wordt als een
strategisch projectgebied beschouwd waar ontwikkelingen worden voorop gesteld in
een groen kader. De plannen voor de ontwikkeling van de Wezembeeklaan zijn hier
een onderdeel van en moeten eerst worden uitgewerkt alvorens de ontwikkeling van
het noordelijk deel van Pikdorenveld kan worden opgestart."
- P 22-23 Richtinggevend deel onder '2.2 Gewenste Nederzettingsstructuur -
Woonbeleid gericht op de uitbouw van het stedelijk gebied en versterking van de
kernen', de zinsnede: "... (bv. Pikdorenveld) …”
- P 26 Richtinggevend deel onder '2.2.3 Uitbouwen Kernen Kraainem Noord, Midden en
Stokkel Kraainem Midden kwalitatief stedelijk woongebied' de zin: “Ontwikkelen van
het Pikdorenveld als kernversterkend project, waarbij de plannen voor de herinrichting
van de Wezembeeklaan moeten uitgewerkt zijn alvorens de ontwikkeling van
Pikdorenveld noord kan opgestart worden.”
- P 30 Richtinggevend deel onder 2.3.1.2 Categorie 2 -Zonevreemde woningen in
overige openruimtegebieden', de zinsnede: “de ontwikkelingen dienen afgewogen te
worden tegenover de ontwikkeling van het stedelijk project Pikdorenveld;”
- P 39 Richtinggevend deel, het volledige tekstdeel inzake ‘2.4.7 Overige gebieden, die
op termijn in aanmerking komen voor woningbouw’
- P 40 Richtinggevend deel onder '2,5.1.2 Randvoorwaarden ten aanzien van de
bovenlokale kleinhandelszone Wezembeeklaan', de zinnen: “Een verdere bespreking
van de ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied
Pikdorenveld. Aangezien het om een strategische ontwikkeling in het stedelijk gebied
gaat, vormt het voorstel een suggestie naar de hogere overheid.”
- P 50-51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.1 Scenario 1 / bovenlokaal
ontwikkelingsperspectief, de zin: “Een verdere bespreking van de
ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.”
- P 51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.2 Scenario 2 / lokaal ontwikkelingsperspectief, de zin: “Het lokaal ontwikkelingsperspectief wordt verder
besproken in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.”
- P 57-60 Richtinggevend deel het volledige hoofdstuk 3 inzake ‘GEWENSTE
ONTWIKKELING DEELRUIMTEN'
- P 5 Bindend deel, in bindende bepaling nr. 14 de zin: “De uitbouw van de handels-
en bedrijfsfunctie zowel als de mogelijkheden voor woningbouw voor het deelgebied
Pikdorenveld.”
Artikel 2:
De gemeenteraad beslist om het advies uiterlijk voor 1 mei 2023 per e-mail te bezorgen aan ruimtelijkeplanning@vlaamsbrabant.be.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.