BESLUITENLIJST VAN
DE GEMEENTERAAD

Gemeente Kraainem

Zitting van 18 november 2025

 

 

Aanwezig:

Burgemeester:  Bertrand Waucquez

Schepenen:  Elisabeth d'Ursel, Marie-France Constant, Françoise Devleeschouwer, Vinciane Cardinael

Raadsleden:  Olivier Joris, Bruno Vandersteen, Johan Forton, Carel Edwards, Alain Van Herck, Pierre Simon, Anja Vermeulen, Isabelle Fouarge, Carine Pin, Ludovica Massimo, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Olivier Neirynck, de Selliers de Moranville Sybille

Schepen:  Nathalie Woitrin

Voorzitter:  Siska Hallemeesch

Algemeen directeur:  Sophie Mary

Raadslid Alain Van Herck verlaat de vergadering vanaf punt 12.

Raadslid Alain Van Herck vervoegt de vergadering vanaf punt 13.

 

 

 

Overzicht punten

Goedkeuring notulen 21 oktober 2025

 

Besluit

met 14 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Vinciane Cardinael, Johan Forton, Carel Edwards, Anja Vermeulen, Ludovica Massimo, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Olivier Neirynck, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 9 onthoudingen (Elisabeth d'Ursel, Françoise Devleeschouwer, Olivier Joris, Bruno Vandersteen, Alain Van Herck, Pierre Simon, Isabelle Fouarge, Carine Pin en de Selliers de Moranville Sybille)

 

 

 

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 21 oktober 2025 goed.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Patrimonium - Overdracht gemeente-eigendom

 

Het punt wordt verdaagd naar een volgende zitting.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Meerjarenplan 2026 - 2031

 

Het punt wordt verdaagd naar een volgende zitting.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Vaststelling belastingreglement reclamedrukwerk

 

Besluit

Besluit

met 12 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Vinciane Cardinael, Johan Forton, Carel Edwards, Anja Vermeulen, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, de Selliers de Moranville Sybille, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 11 nee-stemmen (Elisabeth d'Ursel, Françoise Devleeschouwer, Olivier Joris, Bruno Vandersteen, Alain Van Herck, Pierre Simon, Isabelle Fouarge, Carine Pin, Ludovica Massimo, Karina Putineanu en Olivier Neirynck)

 

 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2026, 2027, 2028, 2029, 2030 en 2031, met ingang van 1 januari 2026 het belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met commerciële doeleinden, als volgt vast te stellen:

 

DEEL I - Belastbaar voorwerp of belastbaar feit

 

Artikel 1

 

De gemeente heft voor de aanslagjaren 2026, 2027, 2028, 2029, 2030 en 2031 een belasting op elke verspreiding  van ongeadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten.

 

Definities

 

Artikel 2

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

      verspreiding: bedeling in brievenbussen en op de openbare weg door persoonlijke afgifte of via een display. De verspreiding van hetzelfde drukwerk of gelijkgesteld product over een zeker tijdsverloop, wordt als één verspreiding aangezien;

      ongeadresseerd: hieronder wordt ook verstaan collectieve adresaanduiding of een gedeeltelijke adresvermelding;

      gelijkgestelde producten zijn alle stalen en reclamedragers van gelijk welke aard die er toe aanzetten diensten, producten of transacties aangeboden door de adverteerder te gebruiken, te verbruiken of aan te kopen. Deze opsomming is niet limitatief.

 

DEEL II - Belastingplichtige

 

Artikel 3

 

Belastingplichtige is de natuurlijke of de rechtspersoon die de opdracht gaf om het drukwerk te drukken of het gelijkgesteld product te verspreiden. De belastingplichtige doet aangifte van zijn belastingschuld overeenkomstig artikel 6.

 

Als de opdrachtgever geen aangifte gedaan heeft overeenkomstig artikel 6 en niet gekend is op basis van gegevens waarover de gemeente beschikt, bestaat er een weerlegbaar vermoeden dat de verantwoordelijke uitgever als opdrachtgever is opgetreden.

 

De verantwoordelijke uitgever, de drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

DEEL III - Tarieven

 

Artikel 4

 

De tarieven bedragen per bedeling:

 

 

Grootte

Aantal bladen

Tarief per blad

of exemplaar

Minimum belastbaar bedrag

Categorie 1

kleiner of gelijk aan 21 x 15 cm

max A5

0,02 EUR

3.500 ex.

70 EUR

Categorie 2

groter dan 21 X 15 cm

max 4 A4 of 2 A3

0,03 EUR

3.500 ex.

105 EUR

Categorie 3

groter dan 1 Din A4

max 12 A4 of 6 A3

0,08 EUR

3.500 ex.

280 EUR

Categorie 4

 

max 24 A4 of 12 A3

0,15 EUR

3.500 ex.

525 EUR

Categorie 5

 

max 48 A4 of 24 A3

0,30 EUR

3.500 ex.

1050 EUR

Categorie 6

per bijkomende 12 A4

 

0,08 EUR

3.500 ex.

280 EUR

Categorie 7

Gelijkgesteld

product

 

0.15 EUR

3.500 ex.

525 EUR

 

 

DEEL IV - Vrijstellingen

 

Artikel 5

 

Vrijstelling van belasting wordt verleend als het drukwerk uitgaat van erkende gemeentelijke verenigingen, vormings- en onderwijsinstellingen, socioculturele verenigingen en sportverenigingen, voor zover minstens 60% van de totale publicatie een louter informatieve, niet commerciële strekking heeft.

 

DEEL V - Aangifteplicht

 

Artikel 6

 

§1. De belastingplichtige doet binnen de 14 kalenderdagen na de verspreiding aangifte bij de gemeente via het op de gemeentelijke website beschikbaar gestelde aangifteformulier.

 

§2. Een belastingplichtige die met een zekere regelmaat drukwerk verspreidt, kan in de maand januari een aangifte indienen voor het hele aanslagjaar. Deze aanslag kan geregulariseerd worden in de maand januari van het volgende aanslagjaar.

 

§3. De gemeente kan specimen van het verspreide drukwerk of gelijkgesteld product opvragen.

 

DEEL VI - Ambtshalve vestiging

 

Artikel 7

 

§1. Als de aangifte niet tijdig of juist ingediend is, wordt de belasting ambtshalve gevestigd op basis van de gegevens waarover de gemeente beschikt of waarvan zij redelijkerwijze mag uitgaan.

 

Bij aan huis verspreiding, wordt het aantal exemplaren drukwerk bepaald op basis van het aantal brievenbussen in de gemeente. Dit wordt jaarlijks in de maand januari vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen  volgens de gegevens van BPost.

 

§2. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100% van het bedrag dat de gemeente door de ontbrekende of onjuiste aangifte zou mislopen. Het bedrag van deze verhoogde belasting wordt mee ingekohierd.

 

§3. Vóór de belasting ambtshalve gevestigd wordt, brengen de gemachtigde personeelsleden de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom de belasting ambtshalve gevestigd wordt, de elementen waarop de belasting gebaseerd is en de berekeningswijze van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving, om schriftelijk te reageren op de vaststellingen en berekeningen van het college van burgemeester en schepenen.

 

DEEL VII - Invordering

 

Artikel 8

 

De belasting, eventuele belastingverhogingen  en administratieve geldboetes worden ingevorderd met een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Een aanslag moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

DEEL VIII - Bezwaar

 

Artikel 9

 

§1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen zijn aanslag of tegen de belastingverhoging die opgelegd werd volgens artikel 7, §2 van dit reglement.

 

Het bezwaar moet schriftelijk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen en moet ondertekend en gemotiveerd zijn.

 

Het bezwaarschrift kan ook online ingediend worden via finance.belasting@kraainem.be.

 

Deze indiening moet gebeuren binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

 

§2. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd wil worden op een hoorzitting om zijn standpunt uiteen te zetten, moet hij dat in zijn bezwaarschrift vermelden.

 

DEEL IX - Inwerkingtreding

 

Artikel 10

 

Dit belastingreglement treedt in werking op 1 januari 2026 en vervangt vanaf die datum elk ander gemeentelijk reglement betreffende de gemeentebelasting gevestigd op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten.

 

Artikel 2:

Dit belastingreglement treedt in werking op 1 januari 2026 en vervangt vanaf die datum elk ander gemeentelijk reglement betreffende de gemeentebelasting gevestigd op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken (en gelijkgestelde producten).

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Vaststelling reglement woningen zonder domicilie

 

Het punt wordt verdaagd naar een volgende zitting.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Belastingreglement op leegstand

 

Besluit

met 12 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Vinciane Cardinael, Johan Forton, Carel Edwards, Anja Vermeulen, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 11 nee-stemmen (Elisabeth d'Ursel, Françoise Devleeschouwer, Olivier Joris, Bruno Vandersteen, Alain Van Herck, Pierre Simon, Isabelle Fouarge, Carine Pin, Ludovica Massimo, Olivier Neirynck en de Selliers de Moranville Sybille)

 

 

 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2026, 2027, 2028, 2029, 2030 en 2031, met ingang van 1 januari 2026 het belastingreglement op de leegstaande woningen of gebouwen, als volgt vast te stellen:

 

DEEL 1: ALGEMEEN

 

ARTIKEL 1: HET BELASTBAAR VOORWERP

Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een jaarlijkse belasting gevestigd op woningen en gebouwen die op 1 maart of 1 september van het aanslagjaar minimum 12 opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

ARTIKEL 2: DEFINITIES

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1. Woning:

Elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

2. Gebouw:

Elk bebouwd onroerend goed dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2.1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

3. Kamer:

Een soort woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor één of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

4. Leegstandsregister:

Het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, opgemaakt als een digitaal bestand. Het leegstandsregister vormt een bestuursdocument overeenkomstig het bestuursdecreet van 7 december 2018 en is als zodanig toegankelijk voor het publiek.

5. Leegstaande woning:

Een woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met hetzij de woonfunctie, hetzij elke andere bij gemeentelijke verordening omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt.

Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar, worden niet opgenomen in het leegstandsregister.

6. Leegstaand gebouw:

Een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

7. Functie van de woning of het gebouw:

De functie is deze die overeenstemt met een voor het gebouw, de woning of gedeelten ervan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte overeenkomstig het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Bij een woning of gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt de functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

8. Leegstand bij nieuwbouw:

Een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na afgifte van een stedenbouwkundige vergunning / omgevingsvergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

9. Administratieve akte:

De beslissing van de administratie tot opname van een leegstaande woning of leegstaand gebouw in het stedelijk leegstandsregister. De administratieve akte bevat een opsomming van de elementen die het vermoeden van leegstand staven.

10. Eigenaar:

De houder van de volle eigendom. In geval er een erfpacht, opstalrecht of vruchtgebruik op de woning of het gebouw rust, wordt voor de toepassing van dit reglement de erfpachter, de opstalhouder of de vruchtgebruiker als eigenaar beschouwd.

11. Bouwlaag:

Een bouwlaag is de nuttig te gebruiken ruimte tussen twee opeenvolgende vloeren van een gebouw. De ruimte boven de kroonlijst en onder de nok wordt eveneens beschouwd als een bouwlaag.
Bouwlagen met een hoogte van meer dan 4,5 m worden beschouwd als meerdere bouwlagen, berekend als een veelvoud van 2,25 m.
De gebruikelijke onderkeldering van een gebouw die geen rechtstreekse toegang heeft van buiten het gebouw en niet wordt aangewend voor woongebruik, wordt niet meegeteld bij de berekening van het aantal bouwlagen.

12. Belastbaar:

Een woning of gebouw opgenomen in het leegstandsregister is belastbaar als het op 1 maart of 1 september van het aanslagjaar minimum 12 opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk leegstandsregister, ongeacht of er een vrijstelling van belasting kan worden toegekend.

 

DEEL 2: HET LEEGSTANDSREGISTER

 

ARTIKEL 3: OPNAME IN HET LEEGSTANDSREGISTER

Leegstaande woningen en gebouwen worden opgenomen in een gemeentelijk leegstandsregister.

De administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning aan de hand van indicaties zoals vermeld in de volgende niet-limitatieve lijst:

      de onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang;

      de woning is helemaal/gedeeltelijk niet bemeubeld;

      het vermoeden dat de woning niet wordt bewoond, ondanks inschrijving in het bevolkingsregister;

      ernstige inpandige vernielingen: woning deels vernield of gesloopt;

      het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning ofwel het ontbreken van een aangifte van een tweede verblijf of een toeristische logies;

      een dichtgeplakte brievenbus of een volle brievenbus;

      een langdurig niet of slecht onderhouden tuin (lang gras, onverzorgd…) of omgeving;

      getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent…;

      onafgewerkte ruwbouw;

      het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”;

      het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;

      een dermate laag verbruik van de nutsvoorziening dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw of de woning kan worden uitgesloten;

      de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;

      het ontbreken van openingsuren, bedrijfsinformatie bij een gebouw, toegang voor klanten, productinformatie …;

      het ontbreken van een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) in een gebouw;

      het ontbreken van een aangifte van de belasting op vestiging;

      het opeenvolgend voorkomen van het gebouw binnen de screening door het lokaal bestuur voor handelspanden;  - het ontbreken van een neergelegde jaarrekening x-1 in het jaar x van de feitelijke opname van de onderneming die gevestigd is op het adres van het te inventariseren pand; - het vaststellen van een dermate lage economische activiteit voor de handelsfunctie van het gebouw waaruit blijkt dat er geen sprake kan zijn van een actieve handelsuitbating;

      het ontbreken van aangeduide openingsuren die aanduiden wanneer de consument er terecht kan;

      het ontbreken van een naam of een logo van een nog actieve zaak met een vestigingsnummer op het betrokken adres;

      feitelijke vaststellingen die aanleiding geven tot een vermoeden van leegstand (langdurig neergelaten rolluiken, gesloten deur, afwezigheid van uitrustingsmateriaal, gebruik als opslagplaats, een volle brievenbus, verwaarloosde tuin, …);

      het niet betalen van gemeentelijke belastingen, gelinkt aan de uitbating of bewoning.

Een leegstaande woning of een leegstaand gebouw wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte. Het dossier omvat tevens een fotoreportage en een controleverslag, die ter inzage zijn van de belastingplichtige.

De datum van de administratieve akte geldt als opnamedatum in het leegstandsregister.

Het lokaal bestuur stelt de eigenaars per aangetekende zending in kennis van de beslissing. Deze kennisgeving bevat:

      de administratieve akte;

      dit belastingreglement, inclusief de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister.

 

ARTIKEL 4: BEROEP TEGEN OPNAME IN HET LEEGSTANDSREGISTER

Een eigenaar kan beroep indienen tegen de opname in het leegstandsregister bij het college van burgemeester en schepenen. Het beroep moet op straffe van onontvankelijkheid, schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van 30 kalenderdagen, ingaand de dag na de verzending van de kennisgeving vermeld in artikel 3.

Het beroepschrift kan via één van volgende kanalen worden ingediend:

      e-mail met als onderwerp ‘BEROEP’ naar: info@kraainem.be.

      post: College van burgemeester en schepenen, Arthur Dezangrélaan 17, 1950 Kraainem.

Het beroepschrift moet op straffe van onontvankelijkheid gedateerd worden en minimaal de volgende gegevens bevatten:

      de identiteit en het adres van de indiener;

      het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

      de motivatie van het beroep;

      één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de voorwaarden voor leegstand, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. In het geval van verhuring dient, samen met andere bewijsstukken, minstens ook een geregistreerd huurcontract te worden voorgelegd.

Zolang de beroepstermijn van 30 dagen niet verstreken is, kan een vervangend of aanvullend beroepschrift ingediend worden. Ook bijkomende bewijsstukken kunnen in die periode ingediend worden.

De ontvangst van het beroepschrift wordt aan de indiener bevestigd en het feit dat er een beroepschrift werd ingediend, wordt in het leegstandsregister vermeld. De administratie kan bijkomende bewijsstukken opvragen en/of een feitenonderzoek ter plaatse uitvoeren.

Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot het pand geweigerd of verhinderd wordt voor een feitenonderzoek.

Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing binnen een ordetermijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak van het beroep wordt verstuurd via het kanaal waarmee het beroep werd ingediend. Indien het beroep wordt afgewezen, wordt de uitspraak eveneens per aangetekende zending verstuurd.

Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de eigenaar onontvankelijk of ongegrond is, neemt de gemeentelijke administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de administratieve akte.

 

ARTIKEL 5: MELDING VAN INGEBRUIKNAME EN SCHRAPPING UIT HET LEEGSTANDSREGISTER

ARTIKEL 5.1: VOORWAARDEN TOT SCHRAPPING

Een woning of gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt eens afdoende aangetoond is dat:

      hetzij meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte van een gebouw overeenkomstig de functie aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden;

      hetzij een woning overeenkomstig de functie aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden;

      hetzij doordat de woning of het gebouw volledig gesloopt werd.

 

ARTIKEL 5.2: MELDING DOOR DE EIGENAAR

Om de mogelijkheid tot schrapping te kunnen beoordelen, dient de eigenaar onmiddellijk de start van het effectief gebruik volgens functie of andere wijzigingen schriftelijk te melden met de nodige bewijsstukken. De datum van deze melding geldt, indien voldaan is aan de voorwaarden, als datum van de schrapping.

De administratie kan bijkomende bewijsstukken opvragen en/of een feitenonderzoek ter plaatse uitvoeren.

De melding kan via één van de volgende kanalen worden ingediend:

      e-mail met onderwerp ‘AANVRAAG TOT SCHRAPPING’ naar omgeving@kraainem.be.

      post: College van burgemeester en schepenen, Arthur Dezangrélaan 17, 1950 Kraainem.

 

ARTIKEL 5.3: OPVOLGING, ONDERZOEK EN SCHRAPPING DOOR DE ADMINISTRATIE

De beheerder van het leegstandsregister vermeldt als schrappingsdatum de dag van de melding van aanwending overeenkomstig de functie zoals opgenomen in artikel 5.2.

De administratie volgt het gebruik op vanaf de melding, van het gebruik in overeenstemming met de vergunde functie, zoals opgenomen in artikel 5.1.

Indien de administratie vaststelt dat het gebruik in overeenstemming is met de functie, dan volgt de administratie het gebruik op gedurende zes maanden te rekenen vanaf de melding van het gebruik in overeenstemming met de functie.

Indien de administratie vaststelt dat, na afloop van de termijn van zes maanden, de voorwaarden tot schrapping overeenkomstig artikel 5.1 vervuld zijn, dan neemt de administratie binnen een ordetermijn van twee maanden een beslissing over het verzoek tot schrapping. De verzoeker wordt op de hoogte gebracht van de beslissing via het kanaal waarmee de ingebruikname gemeld werd.

Indien de administratie vaststelt dat het gebruik niet in overeenstemming is met de functie, dan wordt de verzoeker op de hoogte gebracht van de beslissing per aangetekende zending.

Tegen de beslissing tot weigering van schrapping kan de eigenaar beroep aantekenen volgens de procedure bepaald in artikel 4.

 

DEEL 3: DE BELASTING OP DE LEEGSTAANDE WONINGEN OF GEBOUWEN

 

ARTIKEL 6: TARIEF EN BEREKENING

§1. De belasting is telkens verschuldigd bij het verstrijken van één of meer periodes van 12 maanden aanwezigheid in het leegstandsregister, voor zover op die datum geen vrijstelling van belasting verleend wordt.

De belasting is afhankelijk van de soort woning en wordt verhoogd zolang het pand niet wordt geschrapt van het leegstandsregister.

De belasting wordt jaarlijks verhoogd met de wettelijke interest.

§2. De basisbelasting bedraagt:

 

Tarief in euro

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Per kamer

1.500

 

 

 

 

 

Per woning of gebouw  met een gevelbreedte van maximaal 9 meter en maximaal één bouwlaag

3.000

 

 

 

 

 

Per woning of gebouw  met een gevelbreedte van meer dan 9 meter of meer  dan bouwlaag

3.800

 

 

 

 

 

Per woning of gebouw  met een gevelbreedte van meer dan 9 meter en meer dan één bouwlaag

4.600

 

 

 

 

 

 

Als gevelbreedte wordt beschouwd de projectie van de afstand tussen de uiterste punten van de woningen en/of de gebouwen loodrecht op de straatzijde.

Voor alle gebouwen en/of woningen die palen aan twee of meer straten wordt de gevelbreedte berekend als de som van de gevelbreedtes aan elk van de straatzijden, gedeeld door het aantal straten waaraan de woning of het gebouw paalt.

§3. De belasting is gelijk aan de basisbelasting vermenigvuldigd met x+1, waarbij x gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat de woning of het gebouw zonder onderbreking is opgenomen op het leegstandsregister, ongeacht of er vrijstelling van belasting is verleend. X mag niet meer bedragen dan vier.

§4. De belasting is voor 12 maanden verschuldigd.

§5. In geval een onroerend goed ook op de inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen of ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen staat, dan is de belasting verschuldigd.

 

ARTIKEL 7: BELASTINGSPLICHTIGE

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de woning of het gebouw op 1 januari van het aanslagjaar.

De belasting wordt steeds gevestigd in verhouding tot het aandeel van elk van de belastingplichtigen in de woning of het gebouw indien er meerdere eigenaars zijn. De mede-eigenaars zijn hoofdelijk tot betaling gehouden.

 

ARTIKEL 8: VRIJSTELLINGEN

Om eventueel aanspraak te kunnen maken op een vrijstelling dient de vrijstelling steeds tijdig via het inlichtingenformulier te worden aangevraagd, vergezeld van de nodige bewijsstukken. De administratie kan bijkomende bewijsstukken opvragen en/of een feitenonderzoek ter plaatse uitvoeren.

Een vrijstelling wordt telkens voor één aanslagjaar toegekend. Indien men zich volgens het reglement meerdere aanslagjaren kan beroepen op dezelfde vrijstellingsgrond, moet de vrijstelling indien gewenst, elk aanslagjaar opnieuw aangevraagd worden. Bij elke aanvraag zal beoordeeld worden of aan de voorwaarde voor vrijstelling voldaan is. De belastingplichtige wordt schriftelijk in kennis gesteld of hij al dan niet recht heeft op de gevraagde vrijstelling.

Als een vrijstelling toegekend wordt, blijft de woning of het gebouw in het register staan en blijft ze belastbaar, maar moet de belasting voor dat aanslagjaar niet betaald worden.

Van de belasting zijn vrijgesteld:

1. De nieuwe eigenaar gedurende één aanslagjaar, namelijk het aanslagjaar na het verlijden van de authentieke akte.

2. De eigenaar die een ontvankelijke en volledige aanvraag voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor de betrokken woning of het gebouw heeft ingediend, in het eerste of het tweede aanslagjaar volgend op de aanvraag. Dezelfde eigenaar kan maximaal twee keer beroep doen op deze vrijstelling, voor dezelfde woning of hetzelfde gebouw, op voorwaarde dat het de tweede keer een nieuwe aanvraag betreft.

3. De eigenaar die voor de betrokken woning of gebouw een aanvraag indient voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in overeenstemming met de stedenbouwkundige, milieu- en brandveiligheidsvoorschriften en na het verstrijken van de voorziene wettelijk termijnen onafhankelijk van zijn/haar wil geen definitieve omgevingsvergunning heeft gekregen. Per ingediende vergunningsaanvraag kan éénmalig beroep gedaan worden op deze vrijstelling.

De vrijstelling geldt voor één aanslagjaar en kan gevraagd worden voor het eerste of tweede aanslagjaar volgend op de vergunningsaanvraag.

4. De eigenaar van de woning of het gebouw waarvoor een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning / omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is uitgereikt en waarbij de werken gestart zijn met het oog op het beëindigen van de belastbare toestand. De vrijstelling kan gelden voor twee aanslagjaren.

Om in aanmerking te komen voor deze vrijstelling dient de start der werken gemeld te worden volgens de richtlijnen van de dienst vergunningen. Deze vrijstelling kan aangevraagd worden door eenzelfde eigenaar voor dezelfde woning of hetzelfde gebouw, voor twee opeenvolgende aanslagjaren na de datum van de start der werken zoals doorgegeven aan de stedelijke diensten volgens de voorgeschreven procedure.

Controle van de voortgang van de werken ter plaatse is mogelijk en kan aanleiding geven tot het niet toekennen van de vrijstelling. De vrijstelling kan aangevraagd worden zolang de vergunning geldig is op het moment van het belastbaar tijdstip.

Deze vrijstelling is op geen enkele manier cumuleerbaar met vrijstelling 5.

5.De eigenaar van de woning of het gebouw waarvoor niet vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd met het oog op het beëindigen van de belastbare toestand.

De vrijstelling kan gelden voor twee aanslagjaren.

Deze vrijstelling kan aangevraagd worden door eenzelfde eigenaar voor dezelfde woning of hetzelfde gebouw, voor de twee opeenvolgende aanslagjaren na de datum van de start van de werken.

De eigenaar dient een gedetailleerd renovatieschema voor te leggen waaruit blijkt welke werken in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar werden uitgevoerd.

Het gedetailleerd renovatieschema dient de volgende stukken te bevatten:

      de aanvangsdatum en uitvoeringstermijn van de werkzaamheden;

      een volledige opsomming en korte beschrijving van de uitgevoerde en uit te voeren werken;

      facturen van reeds uitgevoerde werken in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar en/of facturen van aangekochte materialen;

      een fotoreportage van de reeds uitgevoerde werken.

 

Controle van de voortgang van de werken ter plaatse is mogelijk en kan aanleiding geven om de toekenning van de vrijstelling te weigeren.

Deze vrijstelling is op geen enkele manier cumuleerbaar met vrijstelling 4.

6. De eigenaar waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing op basis van het burgerlijk wetboek, gedurende twee aanslagjaren.

7. De eigenaar die om medische of psychische redenen in een zorginstelling of ouderenvoorziening verblijft of in het kader van mantelzorg elders verblijft, voor zover de eigenaar in de betrokken woning het laatst gedomicilieerd was. Deze vrijstelling kan maximum twee aanslagjaren toegekend worden, op voorwaarde dat de eigenaar gedurende deze periode in de onmogelijkheid verkeert om ter plaatse te wonen omwille van bovenstaande redenen.

8. De eigenaar van de woning of het gebouw dat in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar minimum voor een periode van negen maanden (al dan niet aaneensluitend) ter beschikking werd gesteld van een tijdelijk, (socio-) cultureel initiatief of voor een pop-up handels- of horecazaak op voorwaarde dat deze correct aangemeld werd bij de gemeente en aan de wettelijke vereiste voldeed. Binnen de termijn van negen maanden dient de woning of het gebouw minstens zes maanden effectief te zijn gebruikt voor de uitbating van een tijdelijk, (socio-) cultureel initiatief of voor een pop-up handels- of horecazaak. Op deze vrijstelling kan maximaal twee aanslagjaren beroep worden gedaan, al dan niet aaneensluitend.

De uitbating als tijdelijk, (socio-)cultureel initiatief of pop-up dient ook telkens door de eigenaar voorafgaand schriftelijk gemeld te worden aan de dienst eigendomsbelasting om later gebruik te kunnen maken van deze vrijstelling.

9. De eigenaar van de woning of het gebouw dat in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar minimum voor een periode van negen maanden (al dan niet aaneensluitend) voor minstens de helft van de oppervlakte gebruikt wordt voor bewaking door bewoning, wat bewezen kan worden door middel van een contract. Op deze vrijstelling kan maximaal twee aanslagjaren beroep worden gedaan.

10. De eigenaar van de woning of het gebouw dat het voorwerp uitmaakt van een contract met het Sociaal Verhuurkantoor. Op deze vrijstelling kan men zich beroepen vanaf het aanslagjaar volgend op het afsluiten van het contract tot aan de voorwaarden voldaan is om het pand te schrappen van het leegstandsregister of tot het einde van het contract.

11. De eigenaar van de woning die uitsluitend gebruikt wordt voor het uitoefenen van een beroep in de dienstverlenende sector, op voorwaarde dat:

      er geen structurele wijzigingen aan de woning worden uitgevoerd, zodat de woning meteen terug gebruikt kan worden voor haar eigenlijke functie, namelijk wonen. De woning dient voorzien te zijn van sanitair en een kookgelegenheid;

 

EN

      de woning voorzien is van de nodige nutsvoorzieningen (zoals water, elektriciteit en gas).

 

EN

      de woning effectief gebruikt wordt voor het uitoefenen van een beroep in de dienstverlenende sector. Het louter hebben van een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen geeft geen recht op deze vrijstelling.

Deze voorwaarden kunnen ter plaatse worden gecontroleerd.

12. De eigenaar van een onroerend goed waarvan het gelijkvloers bestemd is voor commercieel gebruik en waarbij de bovenliggende verdiepingen bestemd kunnen worden als woning(en) onder meer door een afzonderlijke toegang te voorzien, op voorwaarde dat:

      er op het moment van de opname op het leegstandsregister geen afzonderlijke toegang was naar de bovenliggende verdiepingen;

EN

      de afzonderlijke toegang niet verwijderd werd zonder stedenbouwkundige vergunning / omgevingsvergunning;

EN

      waarvoor bewijsstukken worden voorgelegd dat het nodige wordt gedaan om een aparte toegang naar de bovenliggende verdiepingen te realiseren.

Op deze vrijstelling kan maximaal twee aanslagjaren beroep worden gedaan. De naleving van de voorwaarden en de voortgang van de werken kunnen ter plaatse worden gecontroleerd.

13. De eigenaar van de woning of het gebouw dat deel uitmaakt van een sociaal woonproject aangemeld bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen conform artikel 5 en 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 2017 houdende de procedure voor de planning, de programmatie en de realisatie van woonprojecten.

Er kan op de vrijstelling beroep gedaan worden tot de realisatie van het sociaal woonproject voltooid is.

14. De eigenaar van de woning die door de gemeente in sociaal beheer werd genomen overeenkomstig artikel 90 van het decreet houdende de Vlaamse Wooncode. Op deze vrijstelling kan men zich beroepen vanaf het aanslagjaar volgend op de beslissing tot sociaal beheer door het bevoegde orgaan, tot de beëindiging van het sociaal beheer door het bevoegde orgaan.

15. De eigenaar van de woning of het gebouw gelegen binnen een bij koninklijk besluit goedgekeurd onteigeningsplan.

16. De eigenaar van de woning of het gebouw waarvoor een beschermingsaanvraag als monument werd ingediend. Op deze vrijstelling kan men zich beroepen vanaf het aanslagjaar volgend op het indienen van de aanvraag tot en met het aanslagjaar volgend op de beslissing.

17. De eigenaar van de woning of het gebouw dat vernield of beschadigd werd ten gevolge van brand, ontploffing of een ramp veroorzaakt door natuurlijke elementen. Op deze vrijstelling kan men zich beroepen gedurende twee aanslagjaren volgend op de ramp.

18. De eigenaar die geen einde kan stellen aan de belastbare toestand ingevolge een vreemde oorzaak die de eigenaar niet kan worden toegerekend.

 

ARTIKEL 9: WIJZE VAN INNING

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

ARTIKEL 10: MELDINGSPLICHTEN

ARTIKEL 10.1: INLICHTINGEN

De belastingplichtigen ontvangen jaarlijks een inlichtingenformulier.

Het inlichtingenformulier moet volledig ingevuld en ondertekend door de belastingplichtige, aangevuld met alle relevante bewijsstukken, teruggestuurd worden binnen de twee maanden na de verzenddatum ervan:

      bij aanvraag van een vrijstelling;

      in geval van verkoop of een andere overdracht/wijziging van een zakelijk recht;

      bij aanvraag tot schrapping uit het leegstandsregister.

Het inlichtingenformulier kan via één van de volgende kanalen worden ingediend:

      e-mail: finance.belasting@kraainem.be.

      post: Arthur Dezangrélaan 17, 1950 Kraainem.

 

ARTIKEL 10.2: VERPLICHTINGEN VAN DE INSTRUMENTERENDE NOTARIS

In voorkomend geval stelt de instrumenterende ambtenaar/notaris de verkrijger van het volle eigendomsrecht, van een recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik, voorafgaand aan de overdracht (of andere wijzingen met betrekking tot de zakelijk rechten) in kennis van de opname van het goed in het leegstandsregister.

De notaris stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na de wijziging schriftelijk in kennis van elke verandering die betrekking heeft op de zakelijke rechten en eigendomsaandelen van de woning/gebouw opgenomen in het leegstandsregister.

De notaris deelt aan de administratie volgende gegevens mee:

de datum van de wijziging;

de identiteit van de houders van de zakelijke rechten op het onroerend goed (naam + rijksregisternummer + adres);

hun (eigendoms)aandeel.

 

ARTIKEL 11: ADMINISTRATIEVE GELDBOETE

Een administratieve geldboete van 250 EUR wordt opgelegd:

      indien een meldingsplicht aan het lokaal bestuur Kraainem, zoals bepaald in artikel 10, niet wordt gerespecteerd;

      in geval van weigering om mee te werken aan een controleonderzoek binnen het kader van het belastingreglement;

      in geval van weigering om boeken of bescheiden voor te leggen.

Deze boetes zijn cumuleerbaar.

De administratieve boete kan ook opgelegd worden aan een derde, niet belastingplichtige.

De administratieve geldboete wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De administratieve geldboete moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

ARTIKEL 12: BEZWAARPROCEDURE

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting en de administratieve geldboetes voorzien in dit reglement bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.

De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Het bezwaarschrift samen met alle nodige bewijsstukken kan via één van de volgende kanalen worden ingediend:

      e-mail: info@kraainem.be;

      post: College van burgemeester en schepenen, Arthur Dezangrélaan 17, 1950 Kraainem.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Opcentiemen op leegstaande bedrijfsruimten

 

Besluit

met 12 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Vinciane Cardinael, Johan Forton, Carel Edwards, Anja Vermeulen, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 11 nee-stemmen (Elisabeth d'Ursel, Françoise Devleeschouwer, Olivier Joris, Bruno Vandersteen, Alain Van Herck, Pierre Simon, Isabelle Fouarge, Carine Pin, Ludovica Massimo, Olivier Neirynck en de Selliers de Moranville Sybille)

 

 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om met ingang van 1 januari 2026 voor een termijn van zes jaar, eindigend op 31 december 2031, 100 opcentiemen te heffen op de heffing van het Vlaamse Gewest ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

 

Artikel 2:

De gemeente doet beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van de opcentiemen.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad beslist om een afschrift van deze verordening over te maken aan de Vlaamse Belastingdienst.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Retributiereglement invorderingskosten 2026-2031

 

Besluit

met 12 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Vinciane Cardinael, Johan Forton, Carel Edwards, Anja Vermeulen, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 11 onthoudingen (Elisabeth d'Ursel, Françoise Devleeschouwer, Olivier Joris, Bruno Vandersteen, Alain Van Herck, Pierre Simon, Isabelle Fouarge, Carine Pin, Ludovica Massimo, Olivier Neirynck en de Selliers de Moranville Sybille)

 

 

 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist om volgend retributiereglement voor de invorderingskosten van fiscale en niet fiscale schuldvorderingen van gemeente en OCMW voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 goed te keuren:

 

Gemeenschappelijk retributiereglement gemeente -OCMW voor de invorderingskosten van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen voor de periode van 1 januari 2026 tot en met

31 december 2031.

 

Artikel 1 – Toepassingsgebied en algemene bepalingen

 

Voor de periode van 1 januari 2026 tot 31 december 2031 wordt een retributie geheven als vergoeding voor de kosten verbonden aan de invordering van niet betwiste openstaande fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

 

Fiscale schuldvorderingen omvatten alle contant- en kohierbelastingen die door de gemeente worden geheven.

 

Niet-fiscale schuldvorderingen omvatten alle schuldvorderingen uit hoofde van opgelegde retributies, reglementen, huur- en pachtgelden en andere op het eigendomsrecht gevestigde inkomsten, schadevergoedingen, schoolfacturen en de terugvordering van ten onrechte ontvangen bedragen.

 

Dit reglement is niet van toepassing op de minnelijke invordering van GAS-boetes en de minnelijke invordering door het OCMW van de door particulieren terug te betalen kosten van maatschappelijke dienstverlening alsook de terugvordering van het leefloon.

 

Een fiscale schuldvordering wordt als niet betwist beschouwd wanneer er geen bezwaar werd ingediend binnen de voorgeschreven termijn en volgens de vastgestelde procedure.

 

Een niet-fiscale schuldvordering wordt als niet betwist beschouwd wanneer ze niet formeel werd betwist bij het bereiken van de vervaldag, vermeld op de factuur of het verzoek tot betalen.

 

Artikel 2 – Retributieplichtige

 

De retributie is verschuldigd door de schuldenaar waarop de invorderingskosten betrekking hebben.

 

Artikel 3 – Termijnen en tarieven bij minnelijke invordering

 

3.1. Eerste aanmaning

 

Bij niet betaling op de vervaldag wordt een eerste kosteloze aanmaning verzonden, waarbij een nieuwe betaaltermijn van 14 kalenderdagen ingaat. Deze aanmaning vermeldt dat bij een volgende aanmaning kosten zullen worden aangerekend.

 

3.2. Tweede en volgende aanmaningen

 

Na het verstrijken van de op de eerste aanmaning vermelde betaaltermijn, wordt een tweede aanmaning aangetekend verzonden, met het verzoek binnen de 30 kalenderdagen te betalen. Deze aanmaning vermeldt tevens dat bij gebrek aan betaling, tot gedwongen uitvoering via fiscaal dwangschrift of dwangbevel kan worden overgegaan. Vanaf de tweede en volgende aanmaningen, evenals de aanmaningen verzonden na het niet naleven van een afbetalingsplan, is een forfaitaire vergoeding voor de invorderingskosten verschuldigd. Hierbij gelden volgende tarieven:

 

         20 euro als het verschuldigde saldo 150 euro of minder bedraagt;

         30 euro, als het saldo tussen 150 en 500 euro ligt;

         65 euro, als het saldo hoger is dan 500 euro.

 

3.3. Billijkheidsredenen

 

De financieel directeur kan omwille van billijkheidsredenen, geheel of gedeeltelijk afzien van het aanrekenen van een forfaitaire vergoeding.

 

Artikel 4 – gedwongen uitvoering

 

4.1. Fiscaal dwangschrift of dwangbevel

 

Bij niet betaling binnen de op de tweede of volgende aanmaning vermelde termijn of bij niet naleving van een afbetalingsplan, kan de financieel directeur overgaan tot gedwongen uitvoering via de uitvaardiging van een fiscaal dwangschrift voor een fiscale schuld of een dwangbevel voor een niet betwiste niet-fiscale schuld. Hierbij wordt een kost van 30 euro aangerekend.

 

4.2. Hypothecaire inschrijving

 

De financieel directeur kan met het oog op de invordering van een fiscale schuld en voor zover de schuldenaar onroerende goederen bezit, een hypothecaire inschrijving nemen op deze goederen, waarvoor een kost van 50 euro wordt aangerekend.

 

4.3. Fiscaal derdenbeslag

 

De financieel directeur kan met het oog op de invordering van een fiscale schuld een procedure tot vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag opstarten, waarvoor een kost van 50 euro wordt aangerekend.

 

4.4. Aanstelling curator

 

Wanneer een debiteur overlijdt en er geen gekende erfgenamen zijn, kan er worden overgegaan tot een procedure tot aanstelling van een curator over een onbeheerde nalatenschap. Hiervoor wordt een administratieve  kost van 1.500 euro aangerekend. Deze bepaling is niet van toepassing op het OCMW.

 

4.5 Externe kosten

Alle externe kosten die gemaakt worden in het kader van de gedwongen invordering (bv. gerechtsdeurwaarderskosten, kosten van de hypotheekbewaarder, griffierechten…) zijn, naast de in dit reglement vastgelegde retributies, eveneens volledig ten laste van de schuldenaar.

 

Artikel 5 – Toerekening en overzicht

 

5.1 Toerekening van de betalingen

Elke betaling wordt eerst toegerekend op de verschuldigde invorderingskosten (zowel de retributies als de externe kosten), vervolgens op de eventuele verwijlinteresten en ten slotte op de hoofdsom.

 

5.2 Samenvattende tabel aangerekende kosten

 

Actie

Retributiekost

Tweede en volgende aanmaning en aanmaning bij niet naleven afbetalingsplan

20 euro bij  saldo kleiner dan 150 euro

30 euro bij saldo tussen 150 euro en 300 euro

65 euro bij saldo hoger dan 300 euro

Opmaak fiscaal dwangschrift of dwangbevel

30 euro

Nemen van een hypothecaire inschrijving

50 euro

Vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag

50 euro

Aanstelling curator onbeheerde nalatenschap

1 500 euro

 

Alle in dit reglement vermelde retributiekosten worden aan de openstaande schuldvordering toegevoegd.

 

Artikel 6 – Inwerkingtreding

 

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en vervangt vanaf deze datum alle voorgaande retributiereglementen betreffende de invorderingskosten van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen. Het is van toepassing op alle invorderingsstappen die worden gezet vanaf de datum van inwerkingtreding, ongeacht de datum waarop de onderliggende schuldvordering is ontstaan.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Algemeen politiereglement - actualisatie 2025

 

Besluit

met 21 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Françoise Devleeschouwer, Vinciane Cardinael, Olivier Joris, Bruno Vandersteen, Johan Forton, Carel Edwards, Alain Van Herck, Pierre Simon, Anja Vermeulen, Isabelle Fouarge, Ludovica Massimo, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Olivier Neirynck, de Selliers de Moranville Sybille, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 2 onthoudingen (Elisabeth d'Ursel en Carine Pin)

Motivatie onthouding Elisabeth d'Ursel: Zij onthoudt zich om dezelfde reden als raadslid Carine Pin dat de subjectiviteiten voor verwarring kunnen zorgen en problemen met zich meebrengen.

Motivatie onthouding Carine Pin: Zij onthoudt zich omdat zij vindt dat deze subjectiviteiten verwarrend kunnen zijn en problemen kunnen veroorzaken.

 

 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om het algemeen politiereglement als volgt aan te passen:

         Artikel 3 - Toevoeging:

      § 4 Het college van burgemeester en schepenen kan plaatselijk afwijken van de bepalingen van onderhavig reglement, mits deze afwijkingen ter plaatse op passende wijze worden bekendgemaakt.

 

         Artikel 42 wordt vervangen door:

Het is verboden, zowel op de openbare plaats als op private domeinen, binnenplaatsen en op alle plaatsen die palen aan de openbare weg, om het even welk vuurwerk af te steken, carbuurkanonnen af te vuren, voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen of andere zaken te laten ontploffen of wensballonnen op te laten. Alle voorwerpen waarmee de overtreding werd begaan of kennelijk zal worden begaan, zowel de springstof als de apparaten, kunnen door de politie in beslag worden genomen. Gelet op het gevaar voor de openbare veiligheid zoals bedoeld in artikel 30 WPA, worden zowel de springstof als de apparaten vernietigd.

 

In afwijking van het eerste lid kan de burgemeester voor uitzonderlijke gebeurtenissen vooraf de toestemming verlenen om op een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode vuurwerk af te steken, carbuurkanonnen af te vuren of voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen of andere zaken te laten ontploffen. De burgemeester kan aan deze uitzonderlijke toelating tot het gebruik van vuurwerk voorwaarden opleggen zoals het gebruik van ‘stil’ of ‘geluidsarm’ vuurwerk en rekening houdende met de brandweervoorschiften in de betreffende reglementen. Voor het bekomen van de toestemming zoals bedoeld in het tweede lid dient minimaal 14 kalenderdagen op voorhand een aanvraag te worden ingediend bij de burgemeester.

 

Wie de bepalingen van dit artikel overtreedt, kan bestraft worden met een administratieve maatregel of een administratieve geldboete van maximum 350 euro.

 

         Artikel 144:

      wordt toegevoegd na gemotoriseerd vervoer:

      tenzij schriftelijke, uitdrukkelijke en specifieke toestemming van de eigenaar/beheerder.

 

Artikel 165 wordt vervangen door:

  §1 Het is verboden in de openbare ruimte en in voor publiek toegankelijke plaatsen:

      potentieel gevaarlijke honden bij zich te hebben, als ze geen muilband dragen.

Onder potentieel gevaarlijke hond wordt verstaan: elke hond die, wanneer hij vrij zou rondlopen, op een duidelijke en onmiskenbaar dreigende wijze naar iemand toeloopt; elke hond die iemand aanvalt, bijt of verwondt; elke hond die reeds iemand heeft verwond of aangevallen; elke hond die een ander huisdier verwondt of aanvalt of heeft aangevallen. Bovenstaande geldt niet voor de honden van de politiediensten en erkende bewakingsdiensten. De burgemeester kan op advies van de politie en na het horen van de eigenaar een hond beschouwen als een potentieel gevaarlijke hond;

     dieren bij zich te hebben waarvan het aantal of het gedrag de openbare veiligheid in het gedrang zouden kunnen brengen;

     dieren achter te laten in een geparkeerd voertuig als dat een gevaar of ongemak kan opleveren voor personen of voor de dieren zelf; deze bepaling is ook van toepassing in openbare parkings. De politiediensten kunnen de nodige maatregelen nemen om zich op kosten en risico van de overtreder, toegang tot het voertuig te verschaffen.

     eender welk dier en in het bijzonder agressieve, woeste, kwaadaardige of gevaarlijke dieren te laten rondzwerven.

 

Elke in de openbare ruimte of op publiek toegankelijke plaats niet vergezelde, loslopende of ronddwalende hond zal door de lokale politie in verzekerde bewaring worden genomen, conform artikel 24 van de wet op het politieambt. Honden die door de eigenaar niet onverwijld worden opgehaald bij de politie, worden overgedragen aan een dierenopvangcentrum op kosten van de eigenaar, begeleider, bezitter, bewaker of houder van de hond. De andere achtergelaten dieren kunnen opgevangen worden en naar het dierenasiel gebracht worden op kosten en risico van de eigenaar of van de persoon die er toezicht over heeft.

 

§2 Incidenten met dieren waarbij mensen of andere dieren gekwetst geraken, zullen het onderwerp uitmaken van een politioneel advies aan de burgemeester die ter vrijwaring van de openbare veiligheid een beveiligingsmaatregel kan uitspreken na het horen van de eigenaar of de houder van het dier.

 

Wie de bepalingen van dit artikel overtreedt, kan bestraft worden met een administratieve maatregel of een administratieve geldboete van maximum 350 euro.

 

         Artikel 166 wordt vervangen door:

 

Wie zijn honden opwindt, aanhitst of niet terughoudt, wanneer deze voorbijgangers aanvallen of achtervolgen, zelfs als er geen kwaad of schade uit volgt, kan bestraft worden met een administratieve maatregel of een administratieve geldboete van maximum 350 euro.

 

         Artikel 167 wordt vervangen door:

 

Niemand doodt dieren of vee of veroorzaakt zware verwondingen aan dieren of vee, door:

      het laten rondzwerven van kwaadaardige en woeste dieren;

      de snelheid, het slecht besturen of door het overmatig laden van voertuigen of dieren; onvoorzichtigheid met wapens;

      het werpen van voorwerpen;

      ouderdom, bouwvalligheid, gebrek aan herstelling of onderhoud van schuthokken of gebouwen;

      een belemmering of uitgraving of enig ander werk op of nabij openbare wegen, zonder de voorgeschreven of gebruikelijke voorzorgsmaatregelen of waarschuwingstekens;

 

Wie de bepalingen van dit artikel overtreedt, kan bestraft worden met een administratieve maatregel of een administratieve geldboete van maximum 350 euro.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist om de aanpassingen van het algemeen politiereglement in werking te laten treden op 1 december 2025.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad beslist om na goedkeuring door de gemeenteraden van Kraainem en Wezembeek-Oppem de wijzigingen van het algemeen politiereglement te vertalen.

 

Artikel 4:

De gemeenteraad beslist dat het algemeen politiereglement zal worden gepubliceerd via de gemeentelijke website en het gemeentelijk informatieblad voor bekendmaking.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Milieu – INL-ploegen – overeenkomst - Kiemkracht

 

Het punt wordt verdaagd naar een volgende zitting.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Samenwerkingsovereenkomst - IGECORO beheerscomité

 

Besluit

Artikel 1 - Vertegenwoordiger

met 12 ja-stemmen, 10 nee-stemmen, 1 onthouding

Artikel 2

met eenparigheid der stemmen

 

 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om de heer Bertrand Waucquez met 12 ja-stemmen, 10 neen-stemmen en 1 onthouding, aan te stellen als vertegenwoordiger voor Kraainem en bijgevolg als ondervoorzitter van de Interlokale Vereniging IGECORO Wezembeek-Oppem – Kraainem.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist om de samenstelling van het volledige beheerscomité voor de Interlokale Vereniging IGECORO Wezembeek-Oppem – Kraainem goed te keuren.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Subsidie - Aanvraag bijkomende subsidie

 

Besluit

Artikel 2

met 17 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Vinciane Cardinael, Olivier Joris, Johan Forton, Carel Edwards, Anja Vermeulen, Isabelle Fouarge, Ludovica Massimo, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Olivier Neirynck, de Selliers de Moranville Sybille, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 5 onthoudingen (Elisabeth d'Ursel, Françoise Devleeschouwer, Bruno Vandersteen, Pierre Simon en Carine Pin)

Motivatie onthouding Françoise Devleeschouwer: Zij vraagt aan de heer Van Herck om een nieuwe aanvraag in te dienen op basis van de subsidie voor het volledige jaar 2025.

 

 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de aanvraag van de heer Alain Van Herck, verantwoordelijke van Actie Télévie, om een extra subsidie te ontvangen voor het organiseren van de Actie Télévie Kraainem in de Agora op donderdag 16 oktober 2025, als onderdeel van de activiteiten tijdens de reservatie van de Théâtre Royal des Parenthèses van zaterdag 27 september 2025 tot zondag 26 oktober 2025.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist om de aanvraag van de heer Alain Van Herck niet in te willigen.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Haviland Intercommunale - BAV - 10 dec 2025

 

Besluit

Artikel 2

met 19 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Vinciane Cardinael, Bruno Vandersteen, Johan Forton, Carel Edwards, Alain Van Herck, Pierre Simon, Anja Vermeulen, Isabelle Fouarge, Ludovica Massimo, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Olivier Neirynck, de Selliers de Moranville Sybille, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 4 onthoudingen (Elisabeth d'Ursel, Françoise Devleeschouwer, Olivier Joris en Carine Pin)

Motivatie onthouding Elisabeth d'Ursel: Zij onthoudt zich omdat er geen vertegenwoordiger uit de oppositie werd aangeduid.

Motivatie onthouding Olivier Joris: De gemeenteraadseden hebben nooit de gelegenheid om te weten wat een vertegenwoordiger zal zeggen om de gemeente te vertegenwoordigen tijdens een buitengewone algemene vergadering. Hij merkt op dat op de agenda uittredingen en toetredingen staan. Het is interessant om te weten wat de gemeentelijke vertegenwoordiger weet over de uittreding van de gemeente Overijse.

Artikel 3

met 19 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Vinciane Cardinael, Bruno Vandersteen, Johan Forton, Carel Edwards, Alain Van Herck, Pierre Simon, Anja Vermeulen, Isabelle Fouarge, Ludovica Massimo, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Olivier Neirynck, de Selliers de Moranville Sybille, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 4 onthoudingen (Elisabeth d'Ursel, Françoise Devleeschouwer, Olivier Joris en Carine Pin)

Motivatie onthouding Françoise Devleeschouwer: Met betrekking tot punt 6 van de agenda van Haviland wenst zij te vernemen waarom Overijse uittreedt op basis van het akkoord in het kader van het Regiodecreet.

Motivatie onthouding Olivier Joris: Hij onthoudt zich omdat hij dezelfde opmerking maakt als raadslid Françoise Devleeschouwer, namelijk dat hij niet goed begrijpt waarom de gemeente Overijse uittreedt uit het akkoord in het kader van het Regiodecreet.

Motivatie onthouding Carine Pin: Zij onthoudt zich, omdat de gemeentelijke vertegenwoordiger heeft meegedeeld dat dit dossier nog verder samen met de diensten moet worden voorbereid. Als anderen reeds voorstemmen, is dat hun verantwoordelijkheid, maar aangezien het voorstel volgens haar nog niet volledig uitgewerkt is en nog niet met de betrokken diensten werd besproken, vindt zij het op dit moment moeilijk om het goed te keuren.

 

 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering van Haviland Intercommunale IgSv op woensdag 10 december 2025 om 18 uur in de kantoren van Haviland - Brusselsesteenweg 617 te 1731 Zellik.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist dat mevrouw Nathalie Woitrin, aangeduid als vertegenwoordiger in vergadering van de gemeenteraad 18 februari 2025, het mandaat krijgt om namens de gemeente Kraainem, de in artikel 3 vermelde agendapunten goed te keuren.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad beslist om zijn goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van 10 december 2025:

  1. Notulen van de algemene Vergadering van 18 juni 2025: goedkeuring;
  2. De te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie + begroting 2026 (art. 34);
  3. Huishoudelijk reglement algemene vergadering (art. 34): goedkeuring;
  4. Overbrengen maatschappelijke zetel naar Poverstraat 75 bus 47 te 1731 Asse (art. 3): goedkeuring;
  5. Toetreding politiezone Druivenstreek (art. 8): goedkeuring;
  6. Uittreding gemeente Overijse cfr. Regiodecreet (art.10): goedkeuring;
  7. Uittreding OCMW Overijse cfr. Regiodecreet (art.10): goedkeuring;
  8. Statutenwijziging: goedkeuring;
  9. Verlenen bijzondere volmacht aan An Van den Stockt, Nikita Van Schaemelhout en Mathias Laureys om over te gaan tot de coördinatie van de statuten: goedkeuring;
  10. Varia.
Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Creat CV - BAV - 16 dec 2025

 

Besluit

Artikel 2

met 22 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Françoise Devleeschouwer, Vinciane Cardinael, Olivier Joris, Bruno Vandersteen, Johan Forton, Carel Edwards, Alain Van Herck, Pierre Simon, Anja Vermeulen, Isabelle Fouarge, Carine Pin, Ludovica Massimo, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Olivier Neirynck, de Selliers de Moranville Sybille, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 1 onthouding (Elisabeth d'Ursel)

Motivatie onthouding Elisabeth d'Ursel: Zij onthoudt zich omdat er geen vertegenwoordiger uit de oppositie werd aangeduid.

Artikel 3

met 19 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Vinciane Cardinael, Bruno Vandersteen, Johan Forton, Carel Edwards, Alain Van Herck, Pierre Simon, Anja Vermeulen, Isabelle Fouarge, Ludovica Massimo, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Olivier Neirynck, de Selliers de Moranville Sybille, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 4 onthoudingen (Elisabeth d'Ursel, Françoise Devleeschouwer, Olivier Joris en Carine Pin)

Motivatie onthouding Carine Pin: Zij weet dat wanneer de gemeente niets bestelt bij Creat, er jaarlijks een forfaitair bedrag moet worden betaald. Zij verwijst naar punt 3 van de agenda van Creat, namelijk het evaluatieverslag over de werking van de dienstverlenende vereniging. Omdat zij geen zicht heeft op mogelijke evoluties van dit forfaitair bedrag, kan zij onmogelijk voorstemmen.

 

 

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering van Creat CV op dinsdag 16 december 2025 om 14.30 uur in Flanders Expo, Maaltekouter 1 te 9051 Gent.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist dat de heer Maxence Couplet, aangeduid als gemeentelijke afgevaardigde in de vergadering van de gemeenteraad van 18 februari 2025, het mandaat krijgt om namens de gemeente Kraainem, de in artikel 3 vermelde agendapunten goed te keuren.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad beslist om zijn goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de algemene vergadering van 26 november 2024:

  1. Wijziging van vermogen;
  2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijziging van vermogen;
  3. Evaluatieverslag met betrekking tot de werking van de dienstverlenende vereniging, het ondernemingsplan 2025-2030, de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2026;
  4. Begroting 2026;
  5. Statutaire benoemingen;
  6. Varia.
Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Aanpassing kader organisatiebeheersing

 

Besluit

met eenparigheid der stemmen

 

 

 

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het aangepaste kader voor organisatiebeheersing, vervat als bijlage en er integraal deel van uitmakend van deze beslissing, goed.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

it-punt - opdracht ICT-coördinatie

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Patrimonium - PPS - Site vredegerecht

 

Besluit

met 12 ja-stemmen (Bertrand Waucquez, Marie-France Constant, Vinciane Cardinael, Johan Forton, Carel Edwards, Anja Vermeulen, Karina Putineanu, Sophie de Lichtervelde, Olivier De Veirman, Maxence Couplet, Nathalie Woitrin en Siska Hallemeesch), 10 nee-stemmen (Elisabeth d'Ursel, Françoise Devleeschouwer, Olivier Joris, Alain Van Herck, Pierre Simon, Isabelle Fouarge, Carine Pin, Ludovica Massimo, Olivier Neirynck en de Selliers de Moranville Sybille), 1 onthouding (Bruno Vandersteen)

Motivatie onthouding Bruno Vandersteen: Hij onthoudt zich om volgende redenen: het PPS-project is niet conform de wetgeving overheidsopdrachten - er is een onderschatting van de kostprijs en het verbruik van de werken - er is een onderschatting van de waarde van de bouwgrond en de prijs voor de grond van de parkeerplaatsen - er is nog altijd geen officieel plan - er is een slechte inplanting van het gebouw midden in het park. Eindelijk krijgt de gemeente een stuk van de gelijksvloer en een bedrag van 550 000 euro voor een bouwgrond dichtbij Stokkel voor 13 appartementen en 20 parkeerplaatsen, terwijl de gemeente over geen parkeerplaats beschikt.

 

 

 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist dat het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst wordt goedgekeurd.

 

         Het addendum bevat slechts één artikel 2.2.3.bis waarbij paragraaf 2:

         Het huidige concept dat onderdeel uitmaakt van deze offerte omvat 1.506 private verkoopbare m² en 20 parkeerplaatsen wat de totale gegarandeerde grondvergoeding herleid naar 1.103.826 euro.

         Wordt vervangen door paragraaf 2bis:

         Het huidige concept dat onderdeel uitmaakt van deze offerte omvat 1.505,901774 private verkoopbare m² en 20 parkeerplaatsen wat de totale gegarandeerde grondvergoeding herleid naar 1.123.826 euro.

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Diabolo - Zeeklassen 2026-2027

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Diabolo - Bosklassen 2027-2028

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

ABB - Gebruik van het Frans GR 25.09.23

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Bulletin der schriftelijke vragen

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Mondelinge vragen vorige zitting

Publicatiedatum: 10/12/2025
Overzicht punten

Mondelinge vragen

Publicatiedatum: 10/12/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.